5 uitgangspunten voor gewenst gedrag in je klas Zoveel mogelijk gewenst gedrag in de klas, hoe krijg je dat voor elkaar? Afdwingen of de weg wijzen? Voor de lange termijn hebben leerlingen er meer aan als je ze de weg wijst. Als je ze het alternatief laat zien van het ongewenste gedrag en hen laat kiezen voor het gewenste gedrag. Niet omdat ze dat van jou moeten, maar omdat het voor henzelf prettiger wordt. Er zijn diverse manieren om het gedrag van leerlingen positief te beïnvloeden. Alles begint bij het leggen van een goede basis: - Bepaal je leiderschapsstijl
Jouw gedrag beïnvloedt het klimaat in de klas. Stel je je autoritair op, als ‘de beste vriend’, of kies je voor een zorgzaam-autoritatieve stijl? - Ga uit van 8 kernprincipes
Vaak moet je snel reageren op een situatie. Als je vanuit duidelijke principes reageert, ben je consistenter en eerlijker. - Hanteer een 10-stappenplan voor discipline
Telkens wanneer je rustig en zelfverzekerd omgaat met ongewenst gedrag in je klas, versterk je je leiderschap. Het 10-stappenplan helpt bij het handhaven van de orde. - Breid je gereedschapkist uit
Dé oplossing bij ongewenst gedrag bestaat niet. Wanneer een aanpak niet werkt, stop er dan mee en ga iets anders doen. Zorg dat je alternatieven hebt en oefen er regelmatig mee. - Geef leerlingen een kader: de 4 R’en
Het kader van de 4 R’en steunt leerlingen bij het maken van de juiste gedragskeuzes. De R’en staan voor rechten, rekenschap, regels en routines.
Deze 5 punten (en meer) zijn uitgewerkt in het pocketboekje Gedragsmanagement in de klas. Een handig en toegankelijk boekje, dat raakt aan de kern van je pedagogisch handelen. De principes van een goed klasklimaat worden logisch op een rij gezet. Download gratis een preview uit het pocketboek. Succes. Katja Bosch, kbosch@bazalt.nl Relatiemanager VO/MBO |