Lieve lezer, Voor het eerst in lange tijd was ik deze week op het vliegveld. Ik ben niet goed in vliegvelden. Ik wil er wel goed in zijn – niemand achter mij ophouden met getreuzel of door gedoe met papieren, soepeltjes over iedere horde springen alsof ik iedere dag het vliegtuig pak – maar juist daardoor raak ik nerveus en maak ik fouten die ik normaal nooit zou maken. In het kleine halfuur dat ik had tussen de bagagecontrole en het instappen, heb ik maar liefst twee keer mijn boarding pass verloren. Gelukkig ben ik niet de enige. Om mij heen zag ik genoeg figuren die niet geschikt waren voor een hindernisbaan met een harde deadline. Een gespannen man die aan iedere deelnemer van iedere rij vroeg of hij misschien voor mocht, want hij moest zijn vlucht halen en die ging al over een uur. We hadden dezelfde vlucht. Eenmaal in het vliegtuig liep hij gelijk het halve gangpad door zodra het eetkarretje achter het gordijn vandaan kwam, om te vragen of hij alvast wat water kon kopen. Regels zijn meedogenloos voor je ego. Naast iedere controle stond wel iemand met hangende schouders of zwaaiende armen omdat diens bagage te zwaar, groot of vormeloos was om door te kunnen. Sjoemelaars die toch niet hun crèmepjes mee naar binnen konden smokkelen. Allemaal doodnormale mensen die dachten een uitzondering op de regel te kunnen zijn. Ik ben wonder boven wonder over alle hordes gesprongen, hoewel ik er wel een paar heb omgestoten. De grootste fout ontdekte ik pas aan het einde, tijdens het boarden. De scanner van de stewardes piepte afkeurend: verkeerde boarding pass. Had ik hem dus toch maar één keer verloren. Ik viste de juiste gelijk uit m’n handbagage. Sorry, mevrouw met de Spaans klinkende naam en Spaans klinkende bestemming: soms komen de grootste stuntelaars alle hindernissen door. Liefs, Esha Guy Hadjadj Chef Actueel |