Dag lezer, Heb je even tijd? Ik wil het hebben over ‘beginnen’, nu we met z’n allen weer min of meer begonnen zijn. De tijd van beginnen is, bij een enigszins gelukkig verloop, het vlammende moment waarop men zich met de tijd verbonden voelt, aldus Safranski. Misschien is beginnen daarom wel zo opwindend. Het is de wending, de revolutie in de geschiedenis. Een afrekening met dat van ervoor, een versie van vergeten. Een bevrijding, ja, van de verveling waarin je het suizen van de tijd hoort. Je hoeft niet meer te wachten, je bent nu echt begonnen. Op een dag kreeg ik een kind. Het gebeurde opeens, zo voelde dat echt. De jaren van weten en maanden van zwangerschap veranderden niets aan deze opeens-ervaring. ‘Opeens’ heeft de connotatie van kortstondigheid, maar duurde deze specifieke keer heel lang. Dat had nooit iemand mij verteld, dat je opeens kan uitsmeren over een langer tijdsbestek. Dat opeens weken of maanden kan duren. Opeens is verwant aan beginnen. Beide markeren de tijd en schudden je wakker. Het tegenovergestelde van beginnen is sluimeren. Sluimeren is slaperig en veel meer ingekapseld dan beginnen of opeens. Kinderen ontsluieren sluimeren. Bijvoorbeeld de kinderen van vrienden die je eigenlijk te weinig ziet. Het zijn zandlopers die het verstrijken ervan bloot leggen met het aanzwellen van hun kleine lichaampjes. Had die goede vriend een baby de laatste keer dat je hem zag? Dan heb je hem inderdaad te lang niet gezien, want zijn nageslacht is geen horizontaal lichaam meer. Het staat zich nu verticaal achter het been van je vriend te verschuilen, te friemelen in zijn knieholte, te wachten tot het ongemakkelijke, leugenachtige gesprek over is. Opmerken dat een kind gegroeid is, confronteert je feitelijk met je eigen ouder geworden ogen die het waarnemen. Hoe vaker en langer je wegkijkt van een zandloper, hoe gevulder zijn buik bij de volgende ontmoeting, hoe dieper de groeven in je gezicht. Maar ook dat is een begin. Liefs, Roos van den Oetelaar Redacteur |