Lieve lezer, In een lente tijdens mijn kindertijd zag ik een oude man een ijsje halen bij een ijssalon. De temperatuur was verrassend warm voor de tijd van het jaar. In de rij van de salon stonden mensen met elkaar te praten. Kinderen, stelletjes, gezinnen. Iedereen stond met iemand in de rij. De man was in zijn eentje. Hij bestelde twee bolletjes ijs op een hoorntje. Buiten nam hij plaats op een bankje. Hij keek naar de mensen die langsliepen. Genietend van de zon op de mooie lentedag. Ik wist tot die dag niet dat je ijsjes in je eentje kon eten. Ik at ijs in het weekend, op vakantie of op mijn verjaardag, maar altijd in gezelschap. Als kind overkomt het leven je een beetje. Zowel de leuke als vervelende dingen. Het leven wordt je meegedeeld. Zelf heb je weinig invloed op de organisatie. Je krijgt te horen dat je meegaat naar vrienden van je ouders, of naar de tandarts. Braaf stap je dan achter in de auto. Deels blij dat je die dag een paar uur school mist en deels teleurgesteld met het bitje fluoride. Soms kan ik nog steeds niet geloven dat ik het leven zelf mag bepalen. Hoe laat ik naar bed ga, dat ik tv mag kijken zonder het te vragen en dat ik zelf mag bepalen of ik één of twee bolletjes neem. De dertig ben ik inmiddels gepasseerd maar alsnog voel ik af en toe het verlangen om toestemming te krijgen om te genieten. Alsof het pas smaakt wanneer iemand anders zegt: ‘Jij mag vandaag een ijsje eten. In je eentje.’ Liefs, Vivian Mac Gillavry Redacteur |