Afgelopen zondag overleed op 69-jarige leeftijd dr. Peter Ester,
toegewijd lid van de Eerste Kamer voor de ChristenUnie. Hij werd
weggeroepen uit een nog zeer actief leven door een ernstige ziekte, waar
hij al geruime tijd mee kampte. Een harde werker, scherp van geest,
analytisch sterk, loyaal aan de zaak of de partij die hij diende, warm en
belangstellend. Iedereen wil zo iemand in zijn team. En bij dat alles
buitengewoon bescheiden. Hij wilde niet dat hijzelf op de voorgrond stond.
Voor zichzelf vroeg hij weinig, te weinig, dachten de mensen die hem
kenden.
Als het weer 5 juni was geworden feliciteerden we hem met zijn
verjaardag en elke keer leek hij daardoor overvallen. Alsof dat voor
anderen verborgen had moeten blijven. ‘Je viert het toch wel, Peter?’.
Peter, die graag in de Verenigde Staten kwam en de Amerikaanse cultuur
bewonderde, zei dan altijd dat hij het vierde zoals de ‘Amerikanen’ dat
doen. Dat betekende iets heel kleins, of maar iets korts in huiselijke
kring, om daarna weer aan het werk te kunnen gaan.
We werden collega’s in juni 2011 en vormden vanaf dat moment de
tweemansfractie van de ChristenUnie in de Eerste Kamer. Peter had toen al
een indrukwekkende carrière achter de rug, als hoofd onderzoek bij het
Sociaal en Cultureel Planbureau, hoogleraar Sociologie en Arbeidsstudies in
Tilburg, Kroonlid van de SER. Hij was inmiddels lector aan de Rotterdam
Business School geworden en adviseur van het Centraal Bureau voor de
Statistiek. Hij bleek altijd wel te hebben meegeleefd met de partij zonder
dat veel mensen dat wisten, maar ineens had hij zich gemeld en was hij
daar, beschikbaar voor het werk in de christelijke politiek. Dat bleek een
gouden greep: Peter als denker die grote vraagstukken aankon, man van de
wetenschap, en dit alles in de ‘chambre de reflection’.
In een kleine fractie die veel onderwerpen heeft te behartigen, is er
ruimschoots de gelegenheid bij te dragen in allerlei debatten. En dat heeft
Peter volop gedaan. De Kamer heeft hem leren kennen als een erudiet spreker
die altijd met robuuste en goed doordachte betogen kwam. Peter werd een
specialist als het ging om arbeidsmarkt, financiën, economische
vraagstukken. De Kamer wist waar hij voor stond. Peter was een calvinist in
hart en nieren. In zijn maidenspeech zei hij: ‘We moeten onze economie weer
enten op een calvinistisch ethos dat soberheid, spaarzin, toekomstgericht
denken, solidariteit en duurzaamheid beklemtoont. De Bijbel biedt ook hier
een helder en actueel kompas. Dit calvinistisch ethos is beter dan het
casinokapitalisme dat thans hoogtij viert.’
Volgens zijn vrouw Amelia heeft hij van weinig werk zo genoten als het
werk in de Eerste Kamer. Hij vond het zinvol en had het gevoel bij te
dragen aan belangrijke kwesties en keuzes in Nederland. Hij droeg daar ook
werkelijk aan bij door kracht van argumenten in het debat, door middel van
moties, door diplomatiek optreden, door het ondervoorzitterschap van het
Beneluxparlement, door zijn betrokkenheid op Caribisch Nederland. Peter had
een grote ‘gunfactor’, collega’s letten op hem en gunden hem ook succes.
Daarnaast was hij betrokken op andere plekken in christelijk Nederland, als
bestuurslid van het Nederlands Dagblad en als lid van het curatorium van
het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie. We spraken in de
fractiekamer veel over het christelijk hoger onderwijs, want ook dat ging
hem ter harte.
In 2015 werd Peter herkozen en in 2019 opnieuw. De fractie breidde uit
naar drie leden in 2015 en zelfs vier in 2019. Maar intussen was wel
duidelijk geworden dat zijn gezondheid kwetsbaar was. Een vorm van
darmkanker had hem al eens in het ziekenhuis gebracht. Hij hoopte dat het
voorbij zou gaan, sprak er niet graag over, was altijd hoopvol en positief,
rekende met herstel, terwijl zijn omgeving soms moest gissen over wat er nu
gaande was. Hij wilde nog zo graag, schreef boeken en had er nog meer in
zijn hoofd. Het mocht niet zo zijn. Aan zijn dappere strijd kwam nu een
einde. Bij alle geslotenheid waar het hemzelf betrof, was altijd wel een
ding heel duidelijk: Peter had zijn zekerheid in Jezus Christus
gevonden. Dat stond vast als de bergen uit psalm 121. Op Gods trouw en
liefde vertrouwde hij, dat wist iedereen die met hem omging. De troost van
die psalm wensen wij nu ook toe aan zijn vrouw Amelia en dochter
Megan.
Roel Kuiper, vriend en oud-collega van Peter, lid van de Eerste
Kamer voor de ChristenUnie in de jaren 2007-2019.