Lieve lezer, “Hoe zien jullie gedachten eruit?” Met pretoogjes voerde ik dit gesprek enkele maanden geleden met mijn vrienden. Net zoals de meeste van onze gesprekken werd ook dit onderwerp een warboel van enthousiaste “Ik ook!” en “Wát zeg jij daar nou?” Er werden dingen verteld over visuele beelden, over vormloze gedachten en over een verbale stem die de boventoon voert in het hoofd. Ik ben een van de mensen die in de eerste plaats in woorden denken. Heus, ik kan een visueel beeld creëren als ik dat wil, maar dat gaat niet vanzelf. Een eindeloze draad van woorden sleept me door mijn dagen. Het zal niemand verbazen dat ik elk mensenleven beschouw als een langgerekt verhaal vol bochten, krochten en pieken. En dat verhaal redigeren we dagelijks. We kiezen welke onderdelen betekenisvol en vormend zijn. De ene gebeurtenis noemen we onbeduidend; de andere blijkt fundamenteel. Hoe vaker we het verhaal vertellen, hoe meer solide het wordt. Ik stond er recentelijk bij stil dat ik hier stil bij moest staan: het simpele gegeven dat ik controle heb over welke gelegenheden mij vormen. Hoe meer gewicht ik iets geef, hoe meer ik er een permanente plek voor kerf in mijn levensverhaal. Dat verhaal maakt wie ik ben en wie ik word. Het schept mij. En ik schep het. Het vergt nogal wat bravoure om over lelijke omstandigheden te kunnen zeggen: “Deze gebeurtenis heeft plaatsgevonden en ik werk mijn weg erdoorheen, zo goed als ik kan, en daarna zal ik het laten zijn wat het is.” Een kort hoofdstuk wordt het zo. Een rustiger hoofdstuk. Want, lieve vrienden, het mooie aan een verhaal is dat het zichzelf niet schrijft. Een verhaal heeft altijd een auteur nodig. Liefs, Jihane Chaara Redacteur |