Lieve lezer, Mijn afgelopen maand is levendig geweest. Woelig, maar op een opgewekte manier. Twee aangename en invloedrijke veranderingen kleuren namelijk mijn wereld. Ik heb zitten broeden op hoe ik deze twee veranderingen aan elkaar kan verbinden. Wat hebben ze gemeen? Wat bindt ze aan elkaar? Spanning en het lichaam. Beeld je dit in: ik sta naast een collega in een kleine ruimte, tegenover een patiënt die onrust uitstraalt, iemand die zindert met spanning, energie die eruit moet. Mijn lichaam zindert ook. Elke spier in mijn lichaam staat strak: mijn bovenarmen, mijn hals, mijn benen, zelfs mijn gezichtsspieren. Elektriciteit, zo voelt het, raast door me heen. Een stem verheft zich. Mijn lichaam reageert ook daarop: nog meer alertheid, nog meer scherpte. Er gebeurt niets, we lopen weg, de onrust uitte zich alleen in luidheid. De hele reis naar Amsterdam friemel ik met mijn vingers. Diezelfde avond sluiten armen zich om mijn lichaam: gericht en zachtaardig. Huid op huid, zo dicht mogelijk, zo dicht bij elkaar als maar kan. Haast vanzelf gaan ze, die aanrakingen. En met elke liefkozing sijpelt de eerder ervaren spanning uit elk spiertje. Uit mijn hals, uit mijn bovenarmen, uit mijn benen, uit mijn gezicht. Het verdampt allemaal. Ik vertel haar dat ik geschrokken ben vandaag, hoe dat dan voelde. Ze vraagt of ik in orde ben. Het antwoord is een glimlachende ‘ja’. Want het lichaam let op. Het lichaam waarschuwt en het lichaam stelt gerust. Op mijn werk hebben we het tijdens een training gehad over de ‘flinch’-reactie: de schrikreactie als er iets onverwachts gebeurt. Hoe men dat veelal ziet als een teken van zwakte. Maar het is slechts het lichaam dat oplet. En zo ook bij affectie: het lichaam kan verstijven en prutsen en vastlopen. Of het kan smelten, vloeien, opleven. Dat is mijn advies, lieve lezer: luister naar dat oplettende lichaam. Liefs, Jihane Chaara Redacteur (en therapeut) |