Een gebed van Mozes, de godsman.
Heer, u bent ons een toevlucht geweest
Van geslacht op geslacht.
Beste vrienden van de Christenunie,
Vandaag voelt toch aan als een soort politieke Oudjaarsdag. Het begin van het zomerreces is het einde van een van de meest bewogen jaren van mijn politieke leven. Zoals mijn vader op de avond van 31 december altijd Psalm 90 voorlas, zo borrelen ook vandaag deze eeuwenoude woorden weer bij me op. En zoals ik rond de jaarwisseling aan het mijmeren sla, zo doe ik dat ook rond dit politiek Oud en Nieuw. Dit jaar liet ons onze overmoed zien, onze kwetsbaarheid zien, maar ook onze naastenliefde, onze veerkracht en zagen we des te scherper wat écht telt.
Duizend jaar zijn in uw ogen
als de dag van gisteren die voorbij is,
niet meer dan een wake in de nacht.
Het politieke jaar begon traditiegetrouw met Prinsjesdag. We spraken in Den Haag over economische groei, de ruimte in de schatkist waarmee we konden investeren in ons land, even leek ons leven en ons land maakbaar. Bomen groeiden tot in de hemel.
Het lijkt een leven geleden.
Begin dit jaar kwam dat vreselijke, onzichtbare virus. Duizenden mensen, gezinnen en families werden geraakt door verdriet. Er is geleden in IC’s en in verpleeghuizen. Er is gebeden voor kwetsbare dierbaren. Er is getreurd om geliefden die stierven. Ons land viel stil. Soms was er een pijnlijke afstand tussen ons en onze geliefden, maar veel vaker was er een uniek en bijzonder gevoel van lotsverbondenheid en meeleven met elkaar. En uiteindelijk ging het virus liggen.
We staan nu wellicht aan de vooravond van een economische crisis. Breuklijnen worden zichtbaar. Bedrijven, gezinnen en de meest kwetsbare groepen voelen dagelijks de druk.
Dit jaar werden we hardhandig stilgezet. En aan het eind van dit politieke jaar voelen we ons zoveel kwetsbaarder dan aan op die zonnige derde dinsdag van september.
Zeventig jaar duren onze dagen,
of tachtig als wij sterk zijn.
Het beste daarvan is moeite en leed,
het gaat snel voorbij en wij vliegen heen.
Ondertussen sloegen we in de coronacrisis in elk dorp en elke stad de handen ineen. Het was weer te merken dat God ons heeft gemaakt om naar elkaar om te zien. De veerkracht van de samenleving ontroerde me. Mensen van kerken en christelijke organisaties sloegen de handen ineen en lieten elkaar zien: je bent niet alleen!
Indrukwekkende naastenliefde!
Het trof me dat tijdens de donkerste dagen van de coronacrisis bleek dat het aantal zelfdodingen met 20% daalde, omdat mensen voor elkaar lichtende lichten waren en de overheid ons goed wist te beschermen.
Nu we waarschijnlijk een periode van economische crisis in gaan, hebben we elkaar harder nodig dan ooit. We zijn geroepen om voor elkaar te blijven zorgen de zorg voor elkaar.
Nu we de kwetsbaarheid van veel bedrijven en mensen met een flex-contract hebben gezien, is het des te urgenter om af te rekenen met het rauwe kapitalisme en te kiezen voor de bloei van mensen en gezonde bedrijven.
Nu we hebben gezien dat de schepping soms zucht en lijdt, is het onze opdracht als rentmeesters om beter voor Gods natuur te zorgen.
Daar zullen we ons als partij voor inzetten.
In het afgelopen jaar zijn we meer dan ooit gaan beseffen dat ons leven niet maakbaar is. Dat het werk dat we doen, de beslissingen die we nemen, de keuzes die we maken alleen vrucht dragen als God het zegent.
Laat ons uw genade zien, Heer, onze God.
Bevestig het werk van onze handen,
het werk van onze handen, bevestig dat.
Dit bewogen politieke jaar is ten einde en we gaan de zomer in op hoop van zegen.
Dank voor uw steun, uw betrokkenheid en vaak warme meeleven! Ook dank als u ons scherp houdt, uw overwegingen en inzichten met ons deelt. Ook daarmee helpt u ons.
En natuurlijk wens ik u een rustgevende en mooie zomer toe! Tot in het nieuwe politieke jaar!
In Christus verbonden,
Gert-Jan Segers
Fractievoorzitter ChristenUnie Tweede Kamerfractie