Lieve lezer, Hoe ziet de wereld er over 100 jaar uit? Als ik voor je stond en je deze vraag direct zou stellen, hoe zou je je dan voelen? Grote kans dat je enige – of behoorlijke – paniek bekruipt bij het vooruitzicht hem te moeten beantwoorden. Niet alleen vanwege de doembeelden die mogelijk (waarschijnlijk) voor je geestesoog verschijnen, maar ook door een soort faalangst: alsof je een antwoord zou moeten geven dat ergens op slaat, dat hout snijdt. Maar dat kan helemaal niet. 100 jaar is veel te lang om een zinnige voorspelling over te doen. Sinds ik werk aan een voorstelling over 100 jaar in de toekomst, heb ik deze vraag aan allerlei mensen gesteld en is de paniek in hun ogen een bekend fenomeen geworden. Een van de mensen die ik aansprak op Rotterdam Centraal – ze moet begin 20 zijn geweest – kwam, na de aansporing om gewoon een wilde gok te doen, met een antwoord dat me sindsdien ‘s nachts soms wakker houdt. “Als ik denk aan de wereld over 100 jaar, zie ik vooral rook. We zijn dan aan het herstellen dan van de bommen, die net gevallen zijn, op een planeet die ook daarvoor al te heet was om op te leven.” Iemand anders die ik sprak over zijn eveneens vrij pessimistische toekomstbeeld vertelde over een citaat dat hij recent had gehoord. Het was uitgesproken tijdens de Tweede Wereldoorlog, door iemand die ondergedoken zat: “Hiervoor leefden we in angst, vanaf nu leven we in hoop.” Het ergste, waarvoor ze al jaren vreesden – het begin van de oorlog – was waarheid geworden; de angst voor het op handen zijnde onheil werd vervangen door een realiteit van oorlog waarin hoop op een betere tijd de overhand nam. Ik moet denken aan een ander citaat, van Nobelprijswinnaar Dennis Gabor. “De toekomst kan niet worden voorspeld, maar toekomsten kunnen worden uitgevonden.” Gabor dicht met dit citaat uit 1963 een grote macht toe aan de mens om toekomsten te creëren. Nu was hij natuurkundige en doelde wellicht in de eerste plaats op technologische uitvindingen, maar ik interpreteer het citaat zo dat het onze taak is om onze gezamenlijke menselijke denkkracht vooral eens in te zetten om nieuwe, hoopvolle manieren van samenleven uit te vinden. Met elkaar en juist ook met de niet-menselijke wezens om ons heen. (En mocht het ons niet lukken, dan staat een van die niet-menselijke wezens klaar om de werelddominantie over te nemen: de octopus.) Wat we sowieso nodig hebben, zijn mensen met de verbeeldingskracht om zich toekomsten voor te stellen die er anders uitzien dan de dystopische beelden die bij mij toch vaak als eerste opdoemen. Die hoop kunnen vinden, ondanks de angst. Makers bijvoorbeeld, schrijvers, kunstenaars. Als ik me dan in deze persoonlijke nieuwsbrief ook nog even als uitgever mag uitlaten: tot en met morgen is het nog mogelijk om je aan te melden als kunstverzamelaar om het prachtige kunstwerk van Dakota Magdalena Mokhammad in januari te ontvangen én ruimte te bieden aan de verbeeldingskracht van de makers van Hard//hoofd. Sluit je aan en steun de makers van de toekomst. Op naar een 2025 vol verbeelding. Vinden we de toekomst samen uit? Lieve groet, Lisanne Brouwer Uitgever |