Misschien zag je het al op nieuws: in Myanmar en Bangladesh vindt een afschuwelijke crisis plaats. Door een golf van geweld zijn ruim 422.000 Rohingya’s, een stateloze minderheid in Myanmar, naar Bangladesh gevlucht.

Bij elkaar leven nu een half miljoen mensen in één grote, overvolle nederzetting, zonder behoorlijk onderdak, voedsel, veilig water en een groot gebrek aan hygiëne.

De grond is bedekt met een dikke laag vuil water en menselijke ontlasting omdat wc’s ontbreken. Mensen drinken water uit rijstvelden of ondiepe, vervuilde kuilen. Elke dag zien onze teams mensen die op het punt staan aan uitdroging te sterven. Velen eten één keer per dag wat droge rijst. Er wordt voedsel uitgedeeld, maar chaotisch, op een paar plekken en te weinig.

Onze teams werken met man en macht: elke dag behandelen we honderden mensen voor verwondingen en ziekte. Robert Onus, onze noodhulpcoördinator ter plaatse: ‘Als er nu één besmettelijke ziekte uitbreekt, kan dat tot een catastrofe leiden. We staan aan de rand van een ramp. Meer hulp is nodig: voedsel, schoon water, huisvesting en hygiënische voorzieningen.’