Lieve lezer, Wanneer in een gesprek boven tafel komt dat ik in Parijs woon, gaat dat vaak gepaard met iemands verzuchting dat diegene zo graag in zo’n mooie stad zou willen wonen, met lekker eten, veel te doen en om van te genieten, et cetera et cetera (een luide afwezigheid is trouwens dat andere cliché: de mensen daar zijn zo leuk en gastvrij!) Nou ben ik niet de eerste die opmerkt dat er een verschil is tussen een stad bezoeken en een stad bewonen, maar sta mij toe om, net als de echte Parijzenaar, de stad een beetje van haar charme te beroven. Eerder deze week was de zoveelste aflevering van een dramaserie die nu al een jaar draait: mijn aanvraag voor huurtoeslag. Het ligt niet alleen aan de Franse bureaucratie; ik maak het ze ook niet makkelijk. Ik ben de laatste jaren vaak genoeg verhuisd voor hen om mijn spoor te zijn kwijtgeraakt, waardoor ze het wachtwoord van mijn aanvraag steevast met de post opsturen naar een onbekend adres. Op de vraag of een mail dan niet handiger zou zijn, kreeg ik te horen dat dat niet veilig genoeg zou zijn (aldus de mensen die mijn gegevens bij vreemden in de brievenbus doen). Maar afgelopen donderdag had ik dan toch een belafspraak. De meneer zei dat hij de zaak – na een jaar – als urgent zou bestempelen, zodat het binnenkort afgehandeld wordt. Hoe binnenkort? Dat kon hij niet zeggen. Hoe kom ik erachter? Via je account. Maar daar kan ik dus niet in! Dan moet je me je Franse BSN-nummer geven. Die heb ik niet. Dan moet je die aanvragen. Vervolgens moet je mij terugbellen en je nummer doorgeven, dan los ik het op. Dat is alles? Dat is alles. Beloofd? Beloofd. Ik hang tevreden op, om vrijwel meteen te beseffen dat ik het nummer niet kán terugbellen en de man nooit zijn naam heeft verteld. Ik zucht. Wat een mooie stad. Liefs, Esha Guy Hadjadj Chef Actueel |