Aardpeer wordt ook wel topinamboer of Jeruzalem-artisjok genoemd. Deze week afkomstig van onze teler Arenosa uit Lelystad. Aardperen zijn grillig gevormde knollen. Ze zijn lichtbruin, violet, roze of wit van kleur. Aardpeer is wat zoet. Sommige mensen vergelijken het met oesters of artisjok met een licht nootachtige smaak. Verse aardperen zijn rauw te eten. Ze zijn dan lekker brossig en krokant. Eén van de werkzame stoffen in de aardpeer is de insuline, een actieve plantenvezel wat niet door de mens verteerd kan worden. Dit geldt dus voor de rauwe knol. Na het koken wordt deze inuline omgezet in fructose, wat de zoetige smaak aan de knol geeft. Daarnaast bevatten de knollen zogenaamde Bifidobacteriën, die een heel positief effect hebben op de groei van een gezonde darmflora. Daarnaast zit er in de aardpeer nog een ruime hoeveelheid andere voedingsstoffen zoals Biotine, natrium, ijzer, silicium en calcium. Juist door de aanwezigheid hiervan hebben de aardperen een gunstig effect op onder andere jicht, reuma en obstipatie. Aardperen combineren goed met aardappels, pastinaak, koolraap, worteltjes, vis en noten. Maar met prei, erwten, bonen en broccoli gaan ze ook prima samen. We geven je graag een aantal suggesties hoe je de aardpeer kunt gebruiken: Er soep van maken, zoals aardperensoep met doperwtjes. Bakken in de pan als alternatief voor gebakken aardappeltjes. Meebraden met een sudderlapje. Verwerken in ovenschotels met prei, ongezouten noten en broccoli of met champignons en (geiten)kaas. Wokken met andere groenten. Ze zijn geweldig om zelf picalilly of relish mee te maken. Rauw in zeer dunne schijfjes, gemarineerd in olijfolie, (rijst)azijn en citroen- of limoensap. |