Bodemloze putten. Wat is de overeenkomst tussen het Amsterdamse Zuidasdok, de zuidelijke ringweg Groningen, de zeesluis bij IJmuiden en de renovatie van de Afsluitdijk? Het zijn allemaal grote infrastructurele projecten waarbij de overheid als opdrachtgever optreedt en ze zijn zonder uitzondering honderden miljoenen duurder uitgevallen dan gepland. In totaal hadden deze vier projecten ruim 3 miljard euro moeten kosten. De teller staat inmiddels op minimaal 5 miljard euro. Geschrokken? Dat is nog niets vergeleken bij de aanleg van de Betuwelijn (van 1,1 naar 4,7 miljard euro) of de hogesnelheidslijn tussen Amsterdam en Brussel (van 3,4 naar 6,7 miljard euro). In NRC van vandaag duiken journalisten Harm van den Berg en Tjesse Riemersma in de achtergronden van deze structurele kostenoverschrijdingen bij megabouwprojecten. De kern van hun bevindingen: bouwbedrijven hebben de afgelopen decennia meer verantwoordelijkheden gekregen bij ontwerp en uitvoering van grote projecten, en de risico’s hebben zich ook bij hen opgestapeld. Tegelijkertijd vindt ’s lands grootste infrastructurele opdrachtgever, Rijkswaterstaat, het nog steeds moeilijk om zich niet met de projecten te bemoeien. In 2007 concludeert de Algemene Rekenkamer dat de gekozen contracteringstrategie „het adequaat ‘managen’ van tegenvallers en risico’s sterk heeft bemoeilijkt”. Aannemers doken, gedwongen door de laagconjunctuur, vaak onder de verwachte aanbestedingsprijs, waarbij ze nu ook zelf erkennen fouten te hebben gemaakt bij het inschatten van de (financiële) risico’s. Uit onderzoek van de universiteit van Cambridge bleek al eerder dat bij 268 infrastructuurprojecten vanaf 1930, verspreid over vijf continenten, de kosten in maar liefst 86 procent van de gevallen tevoren onderschat waren. Toch richt Rijkswaterstaat zich nog onverminderd op prijs. Uit onderzoek van McKinsey blijkt dat die vaker doorslaggevend is dan kwalitatieve criteria. In 63 procent van de aanbestedingen had de winnaar de laagste prijs, en niet de beste prijs-kwaliteitsverhouding. Het is duidelijk: de slinger moet weer de andere kant op. Rijkswaterstaat komt daarom dit jaar met veranderingen in zijn projectaanpak waarbij pas een prijs wordt afgesproken nadat het ontwerp is bepaald. Zaligmakend? Directeur Van Breukelen van bouwer TBI waarschuwt vast: „ We zijn verslaafd geraakt aan zekerheid, maar je weet niet altijd wat er in de grond zit.” Liedje voor de Lunch: Crossroads, Eric Clapton & Cream |