Sinds het Verenigd Koninkrijk drie jaar geleden officieel uit de Europese Unie is gestapt en het vrije verkeer heeft beëindigd, is de nettomigratie naar recordhoogten gestegen. Die bereikte vorig jaar een recordhoogte van 606.000, een stijging van 118.000 ten opzichte van het voorgaande jaar. Ongeveer 1,2 miljoen mensen kwamen in 2022 naar het VK (bijna het dubbele van vóór de pandemie), waarvan 75% van buiten de EU. Brits Minister van Binnenlandse Zaken Suella Braverman verzet zich fel tegen hogere niveaus van nettomigratie - "Britten zullen vergeten wat werken is" - en pleit ervoor de nettomigratie te doen dalen tot "tienduizenden" - in navolging van de doelen van Theresa May in de jaren 2010. Wie moet weg? Maar politici hebben moeite met het bepalen van wie er moet vertrekken. Het zijn bijna zeker niet de 172.000 geregistreerde vluchtelingen, naast Oekraïners vooral Afghanen en inwoners van Hongkong. Het lijkt ook onwaarschijnlijk dat ze een serieuze aanpak willen van studenten, die het afgelopen fiscale jaar de Britse economie met 41,9 miljard Britse pond hebben gestimuleerd en waarvan de meesten het land verlaten wanneer ze klaar zijn met studeren. Wie blijft er dan nog over? De hooggeschoolde werknemers en werknemers op de lijst van beroepstekorten: ook wel belastingbetalers en essentiële werknemers genoemd? Als je deze groepen aanpakt wacht o.a. een daling van de belastinginkomsten, langere wachttijden voor de gezondheids- en sociale zorg, een verdere stijging van de inflatie als gevolg van een nog krapper wordende arbeidsmarkt en een daling van de economische groei. Het aantal gezondheids- en socialezorgvisa is vorig jaar met 171 procent gestegen; gezien het tekort aan artsen en maatschappelijk werkers in het VK. Anti-immigratiepolitici à la Braverman (zelf van Indiase afkomst) mogen beweren dat immigratie een mislukking is, maar moeten dan wel duidelijk zeggen wie er moet vertrekken. |