5. Verantwoordelijken voor de inflatie wonen niet in Moskou De ECB buigt zich morgen over een mogelijke renteverhoging in juli. Die is absoluut achterstallig. De geldontwaarding in ons land kwam in mei uit op een astronomische 8,97 procent. Die vernietiging van welvaart en koopkracht heeft twee schuldigen, maar geen van beide verblijft - in tegenstelling tot wat politici ons graag wijsmaken - in het Kremlin. Want oorlog en inflatie hebben één ding gemeen. De staat begint ze en enkel de staat kan er een eind aan maken. De staat heeft namelijk het monopolie op oorlog voeren, geld drukken en de rente bepalen. Inflatie blijft dus de kerncompetentie van de staat, die eigenaar is van de centrale en nationale bank. Het is dezelfde staat die het “Whatever it takes” van Mario Draghi steunde. - Sinds de wereldwijde financiële crisis van 2008 heeft de ECB nog eens 5.000 miljard euro in de markt gepompt 👇. Dit betekent dat de hoeveelheid geld van centrale banken in de eurozone sinds 2008 meer dan verzesvoudigd is.
- Het leeuwendeel van dit geld leverde economische meerwaarde, extra omzet, noch extra winst op.
Dat heeft gevolgen. Velen waarschuwden vanaf het begin voor deze geldtsunami. Er is teveel geld in de wereld schreven ook wij hier al een tijd geleden.
Mogelijkheden om inflatie tegen te werken bestaan altijd, maar omdat de inflatie zo'n hoge vlucht heeft genomen, houdt elk rentebesluit nu ook een gevaar in. Velen verwijzen in dat verband naar Paul Volcker, die als voorzitter van de Amerikaanse Federal Reserve (1979 tot 1987) de rente op bijna 20 procent vastzette. Ook dat had zijn gevolgen. - Door Volckers vastberadenheid en de hoge rentetarieven om de inflatie te bestrijden, durfden investeerders geen langlopende leningen meer aan te gaan.
- De totale vraag in de economie daalde zeer snel. Met als gevolg dat de inflatie onmiddellijk doorbroken werd.
Ook de ECB zou de rente fors moeten verhogen. Maar dat is precies wat ze niet durft te doen. Lagarde is nu de gevangene van het aandelen- en obligatie-opkoopbeleid met de bijbehorende politiek van nul- en negatieve rente, dat door haar voorganger werd opgestart. Omdat Griekenland (193 procent van het bbp), Italië (150 procent), Portugal (127 procent), Frankrijk (112 procent) en België (107 procent) onder hun schulden dreigen te bezwijken als de rente aanzienlijk stijgt. Weinig productief en verslaafd aan goedkoop geld als ze zijn, zou een effectieve bestrijding van de inflatie hen in een diepe recessie duwen. En met hen mogelijk de rest van de EU.
Meer hier, hier, hier en hier |