Traditioneel is oktober de maand van de geschiedenis. Dit jaar is het thema ‘Grenzen’. Dat komt goed uit want vluchtelingen en dus ‘grenzen’ zijn weer helemaal terug in het publieke debat. Deze editie van MijnStadMijnDorp Online Magazine is voor een deel gewijd aan geschiedenisverhalen die met grenzen te maken hebben: fysieke grenzen zoals aangeduid in het landschap door bijvoorbeeld markestenen of markante bomen. Aan de oever van de IIssel stond eeuwenlang een opmerkelijke boom, die de ‘Hijlige boom’ werd genoemd. Hij stond op de plek waar drie marken aan elkaar grensden. Eeuwenlang voldeed hij uitstekend, zoals Wim de Weerd voor een interessant artikel heeft uitgezocht. Vanaf de negentiende eeuw werd hij de Kozakkenboom genoemd, wat verwees naar de Russische kozakken. In 1971 bleek de flexibiliteit van de Tubbergse boeren tot het uiterste beproefd. De plannen voor de ruilverkaveling moesten na stemming hun doorgang vinden. De boeren die nu in Tubbergen boeren waren echter niet zo flexibel als gedacht. Enkele peletons ME-ers moest er aan te pas komen om de gemoederen weer tot rust te krijgen. De grenzen aan wat men met de eigen grond allemaal mocht doen, waren bereikt. De burgemeester en de grootste landbouwers pasten de plannen aan, waarna na stemming, de grote ingreep in het landschap moest doorgaan. In de tijd zelf is er al veel aandacht aan ‘Tubbergen’ besteedt, maar in dit artikel is het stof der eeuwen er opnieuw vanaf afgepoetst. Historicus met Jos Mooijweer hield zich vooral met perceelsgrenzen bezig. Hij voerde een inventarisatie uit van het bestaande veldnamenonderzoek in de provincie. Waarom heette het ene stuk grond Paleis en het andere Weiert? Het uiteindelijke doel van het onderzoek is om tot één veldnamenkaart in Overijssel te komen. Dinand Webbink schreef een interessant artikel over uitgeverij Ankh-Hermes. Deventenaar Nico Kluwer werd door zijn vader nog zo gewaarschuwd om zich niet in te laten met ‘Oostersche droomerijen’ want dat zou alleen maar tot leed lijden. Niets was minder waar. De belangstelling van Kluwer voor het soefisme leidde uiteindelijk tot een bloeiende uitgeverij.
Zo ziet u maar weer, de mogelijkheden zijn onbegrensd!
Boeren op de barricade. De ruilverkaveling in Tubbergen
In december 1971, ik was toen 14 jaar, speelde er zich zo ongeveer voor onze voordeur een groots spektafel af. Wekenlang werd er al over gespeculeerd en de gemoederen liepen steeds hoger op. Op 21 december was het zover: de stemming met betrekking tot de ruilverkaveling in Tubbergen. Nu 45 jaar geleden. Een ruilverkaveling was een belangrijk middel om boerenbedrijven aan te passen aan de eisen van de tijd. Percelen land werden geruild en samengevoegd, de waterhuishouding werd verbeterd en men verhardde de wegen. Het verhaal in Tubbergen begon eind juni 1971 toen in zaal Kemperink de stemming voor de ruilverkaveling zou plaatsvinden.Lees het artikel
'Oostersche droomerijen' leiden tot een bloeiende uitgeverij
In 1925 trouwde de Deventer uitgever Nico Kluwer met zijn geliefde Bé Rahusen. Hij had haar een jaar eerder in Parijs ontmoet tijdens een zomerschool onder de bezielende leiding van de Indiase filosoof en musicus Inayat Khan. Khan was in Europa om de leer van het soefisme te verspreiden, iets wat Kluwer bijzonder aansprak. Zijn vader, Æbele Kluwer, dacht er anders over. Hij schreef de pasgetrouwden een indringende brief: ‘Wel wil ik jullie beiden graag voor leed bewaard zien … Daarom zou ik graag willen dat je niet doorging met het importeren van Oostersche Cultuur. Die past niet in Europa, allerminst in ons land en in het geheel niet bij zakenmenschen die een helder hoofd moeten hebben en houden… Overgave aan de Oostersche droomerijen brengt je zeker leed.’ Lees het artikel
Vaarboer Dries Eker: 'Het houdt een keer op'
Halverwege de twintigste eeuw woonden er op Dwarsgracht 37 boeren, ook wel vaarboeren genoemd. Begin 2014 was melkveehouder Dries Eker (1933) nog als laatste boer over. Boer zijn op Dwarsgracht verschilde nogal met elders op het platteland. Door het vele water en de weinige wegen in het gebied ging bijna alles per boot. Eker: ‘Mijn vader had bij het Giethoornsche Meer een stuk of zes koeien lopen. ‘s Ochtends voeren we daar eerst heen om te melken. Je was zo een half uur onderweg. Lees het artikel
En verder:
Het Paleis aan zee. Eén veldnamenkaart voor heel Overijssel