Vertrekkend commissaris van de Koning Leen Verbeek is dinsdagmiddag benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. De hoge koninklijke onderscheiding werd uitgereikt door minister Huge de Jonge van Binnenlandse Zaken.

Leen Verbeek heeft dinsdagmiddag afscheid genomen als commissaris van de Koning van Flevoland. Na 15 jaar gaat de nu 69-jarige Verbeek met pensioen. Het afscheid vond plaats tijdens een speciale bijeenkomst in het Agora Theater in Lelystad.

Flevolands volkslied
Tijdens het afscheid was er muziek van onder meer het Almeers Jeugd Symfonie Orkest en Bertolf en bracht Geke's Tiental een eigen interpretatie van het Flevolands volkslied. Daarnaast waren er toespraken van onder meer Mathieu Mori van de Raad van Europa en Han Polman namens de Kring van commissarissen van de Koning.

Volgend jaar wordt Verbeek 70 en dat is de leeftijd waarop een commissaris van de Koning (CvdK) verplicht met zijn werk moet stoppen. "Ik doe dit werk nog iedere dag met heel veel plezier, maar vroeg of laat moet je plaatsmaken voor een opvolger", zei hij hier vorig jaar over tijdens een vergadering in het provinciehuis.

'Zwarte gat'
Bang voor het berucht 'zwarte gat' na een werkzaam leven is Verbeek niet. "Er staat nog genoeg in mijn agenda. Maar je weet niet hoe het mentaal uitpakt. De tijd moet dat leren."
Arjen Gerritsen volgt Leen Verbeek op als commissaris van de Koning. Officieel bekleedt hij die functie vanaf 1 november, maar Gerritsen wordt op 3 november in een speciale vergadering van de Provinciale Staten verwelkomd.

Dronten heeft in 2030 de minste CO2-uitstoot van alle gemeentes in Nederland. Dat blijkt uit een analyse die adviesbureau Berenschot dinsdag heeft gepubliceerd.

Om klimaatverandering tegen te gaan, heeft het kabinet ambitieuze plannen om de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen. Nederland heeft de ambitie om in 2030 55 procent minder CO2 uit te stoten dan in 1990. Adviesbureau Berenschot bekeek de CO2-uitstoot van de gemeentes in 1990 en 2021, en schetste een verwachting van de uitstoot per gemeente voor 2030.

In Flevoland gaat Zeewolde op dit moment aan kop. Deze gemeente stoot nu 115 procent minder aan broeikasgassen uit dan in 1990. Dat komt doordat de gemeente nu al veel groene energie opwekt.

Dronten aan kop in 2030
Maar Berenschot verwacht dat Zeewolde over zeven jaar ruimschoots wordt ingehaald door Dronten. Deze gemeente heeft in 2021 de CO2-uitstoot al met 12 procent teruggebracht, maar de verwachting is dat dat in 2030 215 procent zal zijn. Dat komt doordat Dronten niet alleen zelf meer groene energie gebruikt, maar ook groene energie aan andere gemeentes levert.

Daarmee staat Dronten niet alleen in Flevoland bovenaan de ranking, maar doet Dronten het volgens de cijfers van Berenschot zelfs het beste van heel Nederland.
[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/co2uitstoot_85C921CCE5692A84C1258A5900598143.jpg: De verwachting in 2030: Berenschot]
Alleen Almere blijft achter
Ook Noordoostpolder (103 procent) en Urk (84 procent) gaan veel minder CO2 uitstoten dan in 1990. In Lelystad zal dat waarschijnlijk 61 procent zijn.

Alleen Almere blijft achter in Flevoland. Berenschot verwacht dat die gemeente in 2030 35 procent minder broeikasgassen uitstoot dan in 1990. Dat komt doordat de stad sinds 1990 erg gegroeid is en ook tot 2030 nog zal groeien, zegt Berenschot. Daardoor gaat de CO2-reductie minder hard dan in andere gemeentes in Flevoland.
Geen gelopen race
De percentages bieden een goed vooruitzicht voor de Flevolandse gemeentes, maar het is nog geen gelopen race. De cijfers zijn nu nog een verwachting. Als de gemeentes hun plannen nu bijvoorbeeld stil zouden leggen, worden de verwachtingen van 2030 volgens Berenschot niet gehaald.

De Maximacentrale in Lelystad is klaar voor de toekomst. De centrale is de eerste in Nederland die naast aardgas ook op waterstof kan draaien om elektriciteit op te wekken. De aanpassingen die nodig waren voor het draaien op waterstof, zorgen er bovendien voor dat de centrale ook efficiënter op aardgas draait.

In de turbine van de centrale zijn de schoepen aangepast. Er is sterker staal gebruikt, met een speciale beschermlaag. Hierdoor kunnen de hoge temperaturen die vrijkomen bij de verbranding van waterstof goed worden verdragen en is er minder slijtage.

Dankzij de aanpassing is ook het rendement bij stoken op aardgas verbeterd. Ruim zestig procent van de energie uit de in Lelystad verstookte brandstof komt uiteindelijk bij consumenten en bedrijven uit het stopcontact. "Deze centrale maakt nu elektriciteit met de minste brandstof en de minste CO2-uitstoot in Nederland", vertelt Harry Talen van energieleverancier Engie.[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/121031_centrale1_C3FC46479E98E404C1258A59003D1CD4.jpg:Harry Talen]

Aanvoer nog niet geregeld
Voor er echt op waterstof gedraaid kan worden, moet er nog wel voor gezorgd worden dat deze brandstof in Lelystad in grote hoeveelheden beschikbaar komt. "Dat wisten we ook", vertelt Talen. "We hebben hier geïnvesteerd met het oog op de toekomst.”

Er moet een speciale waterstof pijpleidingennet in Nederland komen. Dit wordt aangelegd door de Gasunie. Verschillende partijen, waaronder de provincie Flevoland spannen zich ervoor in om een aansluiting op het netwerk te krijgen.

Voor het zover is, moeten er nog wel de nodige stappen worden gezet, zo blijkt uit het verhaal van Talen: "Het is heel complex in om zo’n dichtbevolkt land grote buizen onder de grond te leggen. Maar als we nu niet de stappen gaan maken, ligt het erover 5 of 10 jaar nog niet."

[info]In onze rubriek Na Het Nieuws besteden we aandacht aan onderwerpen die eerder in het nieuws zijn geweest. We kijken terug met de kennis van nu en willen weten wat het nieuws van toen heeft betekend of heeft gebracht.[/info]

De politie is dinsdagochtend twee woningen binnengevallen aan het Zwartewater in Lelystad. Dat gebeurde rond 11:00 uur. Reden voor de inval was een lopend onderzoek van de politie.

Volgens een getuige werd in één van de woningen een hennepkwekerij aangetroffen. In een andere woning ernaast werden materialen voor het opzetten van een kwekerij gevonden.

Een getuige zag dat de politie bezig is geweest met het veiligstellen van sporen. Of er iemand is aangehouden, is niet bekend. Daar doet de politie lopende het onderzoek geen uitspraken over.

Vijf Flevolanders staan dit jaar in de lijst van de Quote 500, het overzicht van de 500 rijkste Nederlanders. De redactie van Quote ploegde ook dit jaar weer alle jaarverslagen van de ondernemingen door om het overzicht te kunnen maken. Hoe rijk waren de Flevolanders?

#1 - Wolter Koops
Uit die jaarverslagen blijkt dat ondernemer Wolter Koops (81) uit Zeewolde wederom bovenaan de lijst met rijkste Flevolanders staat. Koops is oprichter van het gelijknamige transportbedrijf in Zeewolde. Zijn vermogen wordt geschat op 190 miljoen en dat is volgens Quote een stijging van 5,6 procent. In de lijst met 500 rijkste Nederlanders staat hij op plek 330. Hij is daarmee een aantal plaatsen gezakt: vorig jaar stond hij nog op plek 316.

#2 - Bob Bulder
Almeerder Bob Bulder (62) is grootaandeelhouder van modebedrijf Just Brands. De "kledingboer" heeft volgens Quote een vermogen van 175 miljoen euro, een stijging van 12,9 procent vergeleken met vorig jaar. Bulder staat dit jaar op plek 347 in de top 500 rijkste Nederlanders. Vorig jaar stond hij nog op plaats 361.

#3 - Meine Breemhaar
In de Quote 500 kan ook Meine Breemhaar (63) dit jaar niet ontbreken. De Drontense 'bedrijvenverzamelaar' en vastgoedmagnaat heeft een vermogen van 150 miljoen euro, een stijging van 11,1 procent in vergelijking met vorig jaar. Breemhaar bezit nu 35 bedrijven. Hij staat dit jaar op plek 414 in de top 500 rijkste Nederlanders. Daarmee is hij sinds vorig jaar 11 plekken gestegen.

#4 - Jan Olthuis
Hoewel Jan Olthuis (74) officieel niet in Flevoland woont, heeft hij wel een onderneming in Dronten en Kampen. Daarom hebben we hem toch meegenomen in dit lijstje. Olthuis is handelaar in olie en vetten en heeft een vermogen van 140 miljoen euro. Hij maakt dit jaar een rentree in de top 500 rijkste Nederlanders en staat op plek 454. Vorig jaar stond hij dus niet in het lijstje, maar in 2021 stond hij nog op plek 481.

#5 - Jan Bun
De Almeerder Jan Bun (62) staat ook dit jaar weer in de Quote 500 rijkste Nederlanders. Hij is eigenaar van 26 Albert Heijn-winkels. Ook investeerde hij vorig jaar in de bouw van 94 appartementen in Apeldoorn en werd hij sponsor van de Almeerse Hockey Club. Zijn vermogen wordt geschat op 135 miljoen euro, een stijging van 3,8 procent. In de top 500 rijkste Nederlanders eindigt Bun op plaats 460, twaalf plekken lager dan vorig jaar.

Stond er vorig jaar nog 1 restaurant in de top 100 van Lekker, namelijk Silver Wine & Dine uit Lelystad, nu komt Flevoland helemaal niet meer voor in de hoogste lijst.

Silver Wine & Dine stond vorig jaar op plek 99. In 2021 moest Flevoland het ook al zonder vermelding doen.

Daarvoor hoorde lange tijd restaurant De Boet op Urk bij de Nederlandse top.

Toch staan er wel degelijk restaurants uit onze provincie vermeld in de Lekker van dit jaar. In de gids staan de 500 beste restaurants van Nederland. En daar horen restaurant Bakboord in Almere, Applaus in Lelystad bij, en ook de al eerder genoemde Silver Wine & Dine uit Lelystad en De Boet op Urk.

In het kader van de Nationale Klimaatweek is in de bibliotheek in Almere Stad een klimaathuiskamer ingericht. In oude stijl, terug naar de vijftiger jaren. Klimaatburgemeester Marianna Bakker: "Toen we geen auto hadden, we naar 1 zender keken en niemand op vliegvakantie ging. Zo willen we het gesprek aangaan met passanten in de bieb".

Verder zijn er veel adviezen over klimaat te krijgen, van verschillende organisaties. "Heel veel mensen kennen die niet, terwijl ze daar wel terecht kunnen voor advies", aldus Bakker.

Een andere klimaatburgemeester van Almere (er zijn er drie), Chris Soebroto, denkt dat de aanwezigheid in de bibliotheek belangrijk is: "Veel mensen zijn er nog niet mee bezig. Misschien als ze dit zien in de bieb dat ze toch wel interesse in het klimaat krijgen. Er is wel veel aandacht, vooral dat ouderwetse interieur trekt de belangstelling".

Zo kunnen bezoekers aan de bibliotheek ontdekken dat er best veel mogelijkheden zijn om zelf wat te doen voor het klimaat, ook als dat geld kost. "Subsidie voor elektrisch rijden bijvoorbeeld, anders is het voor de meeste mensen te duur. En er is veel belangstelling voor de manier waarop bijvoorbeeld zonnepanelen gefinancierd kunnen worden.

Meer informatie over de activiteiten in de bibliotheek in Almere is hier te vinden, daar staat wanneer welke organisaties aanwezig zijn om advies te geven.

Op 22 november komt er een speciale bus met een mobiele stembus naar de gemeente Dronten. Dit is om ervoor te zorgen dat meer mensen gaan stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen.

De bus verplaatst zich op die dag door het buitengebied van Dronten. De bus stopt bij het station, twee keer in Ketelhaven en ook bij de recreatieparken in Biddinghuizen.

Het plan is opgezet nadat bewoners van een recreatiepark om een stemlokaal hadden gevraagd. De gemeente hoopt dat de opkomst nog hoger wordt door de mobiele stembus.

Het zijn drukke tijden in de egelopvang. Kwamen er vorig jaar veel egels binnen vanwege een besmettelijke ziekte, dit jaar zijn het vooral jonge egels die een te laag gewicht hebben. Het was voor de egels een moeilijk jaar waarbij nat en heet weer elkaar opvolgden. Bij de egelopvang in Huizen, waar ook dieren uit Flevoland naar toe gebracht worden, worden nu 191 egels opgevangen.

Maar wanneer redt een egel het niet zelf? En wat moet je doen als je een diertje aantreft waarvan je denkt dat het een probleem heeft? Een paar adviezen op een rij.

Observeren
Pak het dier niet te snel op, maar observeer hem eerst. Rolt de egel zichzelf op tot een bolletje of rent het weg als het jou ziet? Dan is er waarschijnlijk niets aan de hand.

Maar blijft het diertje plat liggen, of maakt het hoestende geluiden? Dan heeft het jouw hulp nodig. Helemaal als het egeltje onder teken of ander ongedierte zit.

Dierenambulance
Bel in zo'n geval de dierenambulance. Pak het diertje alleen op als het op een gevaarlijke plek zit, vlak bij een autoweg bijvoorbeeld. Gebruik in dat geval een handdoek of handschoenen.

Het gebeurt wel dat mensen zelf een egel naar de opvang brengen, maar het is beter om de beoordeling aan de dierenambulance over te laten.

Hoe gaat het verder in de opvang?
Dieren die zwaar genoeg zijn (zo rond de 600 gram) gaan uit zichzelf in winterslaap. Ze worden in een aparte ruimte gezet waar ze lekker kunnen tukken. Er staat water en voedsel mochten ze toch kort wakker worden. In het voorjaar worden ze na een controle vrijgelaten in de natuur.

Dieren die te licht zijn of last hebben van ongedierte op hun huid, worden eerst van dat ongedierte verlost en krijgen goed te eten. Vaak gaan ze daarna spontaan alsnog in winterslaap.

Dieren die echt te licht blijven, vaak jonge egels die laat in het seizoen zijn geboren, blijven wakker. Ze worden zo goed mogelijk verzorgd. Zijn ze in het voorjaar weer op gewicht dan worden ze vrijgelaten.

Te weinig ambtenaren zijn er mee bezig en als ze er al mee aan de slag gaan, handelen ze vaak zonder plan en alleen naar de waan van de dag. Dat zegt de Rekenkamer in Noordoostpolder over de aanpak van ondermijning. De gemeenteraad moet daarom een grotere rol krijgen.

Het gaat bij ondermijning om criminelen die voor hun illegale activiteiten gebruikmaken van legale bedrijven en diensten. Een voorbeeld daarvan is het inrichten van een drugslab in een bedrijfspand op een industrieterrein. Het kan ook gaan om het witwassen van crimineel geld.

Weinig bewustzijn
In de afgelopen jaren zijn er bij de gemeente Noordoostpolder veel personele wisselingen geweest en het verloop was groot. Er zijn sinds kort nieuwe medewerkers aangesteld die zich specifiek op ondermijning richten, maar dat zijn er nog steeds minder dan in buurgemeenten.

Ook blijkt dat er in de hele organisatie weinig bewustzijn is in het herkennen van ondermijning. Er worden weinig signalen vanuit de gemeentelijke organisatie zelf opgemerkt. In de naburige gemeenten Urk en Dronten gaat dit beter.

Gemeente lijkt 'handelingsmoe'
Om signalen beter op te pakken, heeft de gemeente ruim twee jaar terug een lokaal ondermijningsoverleg ingesteld. Maar dit heeft volgens de Rekenkamer nog geen concrete resultaten opgeleverd en het staat nog in de kinderschoenen.

Het gebrek aan capaciteit en personele wisselingen hebben ook invloed gehad op de regierol van de gemeente, waardoor integrale controles – bijvoorbeeld op bedrijventerreinen - nauwelijks plaatsvinden. "Het komt niet van de grond. De gemeente lijkt handelingsmoe", aldus een ambtenaar die in het rapport wordt geciteerd.

De gemeente werkt daarnaast in de praktijk niet met een plan, er zijn geen concrete doelen en er is geen duidelijke lijn van beleid naar praktijk. Een deelnemer zei tijdens het onderzoek: "De gemeente trapt in klassieke valkuilen: er wordt gewerkt naar de waan van de dag. Ondermijning vereist het maken van tijdlijnen en zaken met elkaar verbinden. Daar zit veel voorwerk aan en die tijd is er niet."

Gebrek aan urgentie
Sinds begin dit jaar heeft het overleg wel een nieuwe impuls gekregen doordat de nieuwe medewerker ondermijning actief aan de slag is gegaan. Ook zijn er concrete ambities uitgesproken voor dit jaar, waaronder het houden van twee integrale controles.

Tijdens werksessies voor het onderzoek gaven veel collegeleden aan dat georganiseerde criminaliteit geen serieus probleem is binnen de gemeente. Ze zien weinig risico's voor zichzelf, om beïnvloed te worden door criminele activiteiten en ze achten zichzelf persoonlijk weerbaar genoeg. "Dit gebrek aan urgentie zorgt ervoor dat de aanpak van ondermijning niet van de grond komt", zo staat in het onderzoek. Ook raadsleden denken dat het wel meevalt en zijn van mening dat criminelen geen vat op het beleid kunnen krijgen.

Meldpunt ondermijning
De Rekenkamer geeft een aantal adviezen om ondermijning beter aan te pakken. Naast een grotere rol van de gemeenteraad bij het maken van plannen, moet die raad ook betere prioriteiten stellen.

Op het gemeentehuis dient ook meer bewustzijn te komen. Een meldpunt voor signalen van ondermijning hoort daar zeker bij, zo staat in het rapport.

Te weinig aandacht
Het college van burgemeester en wethouders herkent en onderschrijft de conclusies. Ze realiseren zich dat er afgelopen periode te weinig structurele aandacht is besteed aan het onderwerp.

Volgens het college blijkt overigens uit onderzoek dat ook andere gemeenten de aanpak van ondermijning niet helemaal op orde hebben. De gemeenteraad praat dinsdagavond verder over de aanbevelingen van de Rekenkamer.

In de eerste helft van 2023 kreeg 8,8 procent van alle jongeren tot 23 jaar in Nederland een vorm van jeugdzorg. Zeewolde sprong er net als vorig jaar in Flevoland bovenuit. Daar kreeg 10,7 procent van de jongeren jeugdzorg. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Al jaren is Zeewolde koploper op het gebied van jeugdzorg in Flevoland.

In Almere ligt het percentage iets lager, daar krijgt 8,9 procent van de jongeren in de eerste helft van 2023 jeugdzorg. Op Urk krijgen relatief de minste jongeren jeugdzorg, 3,8 procent.

De meest voorkomende vorm van jeugdzorg is jeugdhulp. Deze hulp kan zijn voor jongeren met psychische problemen of een verstandelijke beperkingen.

Jongeren met jeugdzorg hebben vaker dan andere jongeren te maken met problemen op andere gebieden binnen het gezin. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van het CBS.

Het percentage jongeren met jeugdzorg per gemeente op de kaart:

[localfocus:https://localfocuswidgets.net/6540a87487477]

Op de Flediteweg in Zeewolde is dinsdagmiddag een vrachtwagen gekanteld. Dat gebeurde tijdens het lossen van de lading.

De brandweer heeft geassisteerd om de bestuurder uit zijn benarde positie in de de cabine te krijgen.

Bij het ongeval raakte niemand gewond.

Een van helse pijnen verwrongen gezicht op sterk water, een op z'n kop hangend en in bebloede doeken gewikkeld kinderskelet en een schreeuwend, halfvergaan lijk dat je met een kettingzaag verwelkomt. Wie bij Jacquelien Marbus en Martijn Hartman aan de Stevinweg in Zeewolde wil aanbellen voor Halloween zal toch even zijn zenuwen geruststellend moeten toespreken.

Ieder jaar trekt het stel weer alles uit de kast om hun voorgevel en tuin te transformeren tot een kleine hel op aarde. Maar dan wel een hel met een knipoog. "Het is eigenlijk mijn doel om iedereen een lach op het gezicht te toveren", aldus Jacquelien. "Dat geeft mij positieve energie."

Zelf geen echte griezelaar
Hoewel er ook in de winkel aangeschafte poppen in de tuin staan, scheppen Jacquelien en Martijn er vooral genoegen in zelf enge taferelen in elkaar te zetten. "Ik zelf heb niet zo heel veel met de duisternis", vertelt Martijn. "Maar ik vind het gewoon leuk om te knutselen." Een voorbeeld is het tafereel dat midden in de voortuin te vinden is waarin een klein meisje zit opgesloten in een kooi. "De kooi waar ze in zit", licht Jacquelien toe. "is eigenlijk een winkelwagentje dat ik een paar jaar geleden op de kop tikte."[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/231031_halloween3_0FFD7B64805F6966C1258A58007AEE97.jpg]Wie dinsdagavond ondanks alle nachtmerrie-opwekkende scenes toch durft aan te bellen aan de Stevinweg wordt daarvoor rijkelijk beloond. "We hebben lekkere griezelsnoepjes", vertelt Martijn terwijl 'ie de voorraad laat zien. "Kijk, vingers, ogen, botjes..." Bang dat de kinderen vanwege de helse aanblik van hun huis voorbij zullen lopen, is Martijn niet. "Nee, dat durven ze wel", zegt hij lachend. "Wij zijn zelf wél vriendelijk."

De provincie moet regels maken om 'verdozing' van het Flevolandse landschap tegen te gaan. Dat zegt onderzoeker Merten Nefs. De mega-blokkendozen waar vaak distributiecentra inzitten komen op steeds meer plekken in Flevoland, terwijl ruimte schaars is en het landschap verstoord wordt.

Zonder regels is er kans op veel weerstand onder bevolking en lokale politiek, zegt Nefs, die expert is op het gebied van distributiecentra. De provincie wil pas begin 2025 met regelgeving komen in Flevoland. Nefs noemt dat 'best laat'. De onderzoeker vindt dat we ons niet druk genoeg maken om dit onderwerp. "Het kost allemaal best veel ruimte. Je merkt ook dat de omwonenden ook steeds heftiger op reageren."

Fenomeen nog redelijk nieuw
Op dit moment heeft de provincie geen regels voor distributiecentra. Die plannen zouden er wel moeten komen, maar dan begin 2025. De richtlijnen voor de grote gebouwen wordt dan opgenomen in de omgevingsvisie. In die visie staan plannen hoe de provincie ruimtelijk moet worden ingedeeld.

In Flevoland staan ook distributiecentra, zoals bijvoorbeeld die van modeconcern Inditex in Lelystad, maar is in verhouding dit fenomeen nog redelijk nieuw. In bijvoorbeeld Brabant zijn er volgens Nefs al plekken waar ze 'er echt klaar mee zijn'. Daar kan helemaal niks meer, want wil de lokale politiek geen grond meer geven aan dit soort partijen, zegt Nefs.

[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/231030_Verdozing_ANP_02_98390C29D127B79BC1258A58006EA77B.jpg::ANP]Dat kan best wel gevolgen hebben volgens de onderzoeker. Ontwikkelingen die wel nuttig zijn, zijn dan in eens ook niet meer mogelijk. De onderzoeker vindt dan ook dat de provincie problemen moet voorkomen.

Open polder
De distributiecentra vallen behoorlijk op in de open polder zegt Nefs. Hij noemt het nog 'best ingewikkeld' om in een polderlandschap een de gebouwen in te passen. Omdat het uitzicht in Flevoland zo weids is.

Nefs denkt dat het goed is dat er zuinig met de ruimte wordt omgegaan. Daarom moeten er alleen distributiecentra komen die logisch in Flevoland passen. "Heel veel distributiecentra leveren spulletjes in heel Noord-west Europa. Die zijn niet zo logisch om in Flevoland te zetten, want dan moeten ze eerst in Utrecht allemaal in de file gaan staan. Dan wordt het qua leefbaarheid daar ook niet beter op."

Maximale uit Flevoland halen
Daarnaast moet er ook goed gekeken worden hoe je ruimtelijke het maximale haalt uit Flevoland. De distributiecentra moeten ook voor de omgeving en omwonenden iets opleveren vindt Nefs.
Bijvoorbeeld doordat de centra energie opwekken voor de omgeving.[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/210223_crop_inditex_118E7E3710F1BB5DC125868500283343.jpg]Verdozing
Volgens de onderzoeker komen er nu al veel distributiecentra naar Flevoland die ergens anders in het land geen plek kunnen vinden. In 2020 trok gedeputeerde Jan-Nico Appelman al aan de bel over verdozing. Hij zei toen dat er gewaakt moet worden dat het landschap niet te veel wordt aangetast. In de tussentijd is er provinciaal geen beleid gekomen.

Volgens de onderzoeker aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam zijn in Zuid-Holland, Limburg en Noord-Brabant al stappen gezet. In die laatste provincie zijn er al regels gemaakt die de bouw moeten inperken. Nefs vindt dat Flevoland ook in dat rijtje hoort. "Ik denk dat er wel een beetje tempo mag komen."

Gemeenten
De verantwoordelijkheid voor 'verdozing' ligt nu bij gemeenten. Alleen volgens Nefs zijn vooral de kleine gemeenten in Flevoland niet altijd in staat om goed beleid te ontwikkelingen rondom de centra, omdat de ambtenaren niet altijd voldoende kennis hebben.

"Je kan dat niet alleen aan hen overlaten. Daar zou de provincie ook iets aan moeten doen."

Een middag zeilen of met de motor erop uit. Dat waren voor commissaris Leen Verbeek twee manieren om het hoofd leeg te maken. Vijftien jaar langs was hij het boegbeeld van de provincie, maar dinsdagmiddag neemt hij definitief afscheid.

Bang voor het berucht 'zwarte gat' na een werkzaam leven is Verbeek niet. "Er staat nog genoeg in mijn agenda. Maar je weet niet hoe het mentaal uitpakt. De tijd moet dat leren."

En dan is er nog het gevaar van over je graf heen regeren. Al was het maar omdat de scheidend CvdK gewoon in de provincie blijft wonen. "Ik hoop dat het mij lukt. Dat ik denk: Leen, bemoei je er nou niet mee. Ik heb dat elders wel eens fout zien gaan." Beschikbaar voor advies blijft Verbeek wel. Als mensen eens iets willen overleggen, omdat ze ergens mee zitten, dan zijn ze welkom.[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/231031_Verbeek02c_5608008D10108274C1258A5800684F83.jpg]

Aan tips voor zijn opvolger wil de vertrekkend commissaris zich niet wagen. Hij heeft wel wat lijstjes van dingen die hij belangrijk vindt. Dat heeft alles te maken met grote, nog lopende projecten, waarbij hij op de achtergrond een rol speelde. Door overleg met de minister of met de Tweede Kamer. Het gaat dan bijvoorbeeld om de grote kazerne die Defensie bij Zeewolde wil bouwen. Maar ook de problemen rond de huisvesting van asielzoekers en statushouders en de ontwikkeling van het MITC in Marknesse.[image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/231031_Verbeek02a_6A173D6DE448307EC1258A5800684F87.jpg]Of zijn opvolger diezelfde rol gaat vervullen of de zaken heel anders aanpakt, laat de commissaris volledig aan zijn opvolger Arjen Gerritsen. Waar Verbeek kon vertrouwen op een zeker netwerk, ligt er voor zijn opvolger wel wat werk in het verschiet. "In de 47 jaar dat ik dit werk doe, heb ik op de kandidatenlijsten voor de Tweede Kamer nog nooit zo weinig bekende namen gezien", aldus Verbeek. "Er is echt een nieuwe generatie mensen daar. Er moet weer opnieuw een netwerk gebouwd worden. Maar het is aan de nieuwe CvdK of hij dit gaat doen en op welke manier."

Op zijn werk in Flevoland en voor die tijd op andere plekken in het land kijkt Verbeek tevreden terug. "Ik heb wel wat gedaan in mijn leven. Niet iedereen waardeert dat. Maar dat vind ik minder relevant. Ik heb in elk geval iets betekend voor anderen. Dat is ook de krux van werken voor de overheid: Je doet iets in een groter belang dan dat van jezelf."