jaargang 16, nummer 1 Beste lezer, Dit is de nieuwe Nieuwsbrief Terminologie, waarin u informatie vindt over actuele zaken op terminologiegebied, zoals nieuws en evenementen. Eerdere nieuwsbrieven vindt u hier. Reacties en tips zijn welkom. Als u deze nieuwsbrief niet meer wilt ontvangen, kunt u zich als volgt uitschrijven: klik op de link 'inschrijving of gebruikersprofiel bijwerken' onderaan in deze nieuwsbrief. U ontvangt een e-mail met een link om uw voorkeuren bij te werken. Klik op deze link, vink 'Terminologienieuwsbrief' uit en klik op 'voorkeuren bijwerken' om te bevestigen. Vriendelijke groet, Het redactieteam van het INT Contact: Dirk Kinable +31 (0)71 527 24 89 dirk.kinable@ivdnt.org www.ivdnt.org |
|
|
Terugblik Congres Diachrone Terminologie: Université Lumière Lyon 2 – Centre de Recherche en Linguistique Appliquée Terminologiestudie richt zich veelal op een termencollectie van een domein op een specifiek moment in de tijd. Het perspectief is daardoor doorgaans synchroon en eigentijds. Vanuit verschillende oogpunten is dat ook begrijpelijk. Theoretisch was de klassieke terminologieleer, overigens al sinds Wüster, in sterke mate geschoeid op een normatief-prescriptieve leest. Methodologisch waren het aanleggen van diachrone corpora en faciliterende applicaties daarvoor lange tijd geenszins vanzelfsprekend. Pragmatisch en financieel bestaat een grotere voorkeur voor de actuele terminologie, zowel in de context van de productie van goederen, handel, (ver)taalindustrie en subsidiëring van onderzoeksactiviteiten. Toch heeft sinds omstreeks 2000 een ontwikkeling ingezet waarbij de diachrone dimensie meer aandacht krijgt. Voordeel van een diachrone benadering is inderdaad dat deze bijzonder handzaam blijkt om de evolutie van concepten en termen te laten zien en zo de ontwikkeling van conceptuele netwerken van domeinen aan de hand van terminologische veranderingen in kaart te brengen. Eventuele negatieve associaties met ‘verouderd termenmateriaal’ mogen ook hier gelden als de spreekwoordelijke bedrieglijke schijn. Zo belichtte het congres van 30 november en 1 december laatstleden in Lyon onder de titel Terminologie diachronique: un bilan, des perspectives een wijd onderzoeksgebied met tal van invalshoeken. Deze kunnen betrekking hebben op de evolutie van een taalkundig systeem maar ook de ontwikkeling van kennis of de geschiedenis van een discipline inzichtelijk maken. Afhankelijk van de gekozen onderzoeksdoelen kan de verspreiding van de termen in beeld worden gebracht evenals een verruiming van de doelgroepen en de mechanismen voor de vulgarisering van kennis en wetenschappen. Sprekers op het congres wezen geregeld op het belang van geschreven bronmateriaal voor hun onderzoeksgebieden en plaatsten zich daarbij bewust in het perspectief van de zogenaamde tekstuele terminologie. Waar het verband tussen terminologie en teksten in een normatief-prescriptieve, bijvoorbeeld meer Wüsteriaanse optiek, minder of soms zelfs niet voor de hand ligt, impliceert de diachrone benadering vaak noodzakelijkerwijs afhankelijkheid van wat in het verleden op schrift is gesteld en zo overgeleverd. De opkomst van taalkundige richtingen als corpuslinguïstiek en computertechnologie geschikt voor tekstanalyse, hebben bijgedragen aan deze tekstgebaseerde benadering. De nodige methodologische aandacht voor een evenwichtig corpus bleek een klassiek uitgangspunt in de congrespresentaties. Het corpus moet voldoen aan homogeniteit en evenwicht in samenhang met voldoende bronvariatie en een goede tijdspreiding. Soms bestaat een voorkeur voor meertaligheid om overeenkomsten en contrasten tot uiting te laten komen. Naast teksten bleek onderzoek vaak beroep te doen op woordenboeken uit de respectievelijke periodes als leveranciers van termenmateriaal. Twee applicaties voor termextractie bleken veelvuldig ingezet: TermoStat en Sketch Engine. Lange en korte diachronie Een frequent gemaakt onderscheid in de congrespresentaties betrof de lange en korte diachronie. Waar de bestudeerde tijdsruimten van de lange termijn vaak vele decennia of zelfs eeuwen bestrijken, beperkt zich de korte diachronie doorgaans tot een periode van 10 tot 30 jaar. Bij de lezingen die kaderden binnen de lange diachronie viel vooral de grootschaligheid op van een aantal voorgestelde projecten. In verschillende landen rond de Middellandse Zee lopen momenteel woordenboekprojecten waarin diachrone terminologie centraal staat dan wel wordt geïntegreerd. Frankrijk bouwt gaandeweg zijn Dictionnaire du Français Scientifique Médiéval uit voor de 12e tot de 15e eeuw. Hier wordt de oude opvatting doorbroken die deze periode vooral in de schaduw ziet van de omringende bloeiperiodes van klassieke oudheid en renaissance. Op systematische wijze wordt het werk verdergezet waarvoor termverzamelingen al de aanzet vormden die zijn opgenomen in Du Cange in de 19e eeuw en de Dictionnaire du Moyen Français (1330-1500) (online versies vanaf 2003). Weliswaar gaat het niet alleen om een lange middeleeuwse periode waarin werken uit de klassieke oudheid volop in het Latijn vertaald worden vanuit het Arabisch en Grieks maar krijgen ook contemporain-middeleeuwse ontwikkelingen zoals de Latijnse scholastiek hun beslag. Dan nog moet men echter stellen dat de terminologie niet louter de taalkundige situatie van het Latijn weerspiegelt. Vaak blijkt een wederzijdse beïnvloeding tussen geleerde Latijnse taal en landstaal. Evenmin is de landstaal zelf stabiel of gestandaardiseerd. Tal van factoren blijken van invloed: een dialectisch-geografische behoefte aan begrijpelijke teksten in het Frans, zoals in het twaalfde-eeuwse Anglo-Normandische gebied, als tussentaal tussen het Engels en Latijn, of, in ruimer verband, de vulgarisering van kennis in encyclopedische werken in de 13e eeuw, de intensieve vertaling van geleerde teksten uit het Latijn naar het Frans na 1350, of veranderende verhoudingen met een lezerspubliek in de 13e eeuw dat in het Frans leest en minder vertrouwd is met het Latijn, en een toegenomen prestige van het Latijn als wetenschapstaal in de 14e en 15e eeuw. De inventarisatie van deze termen gaat niet noodzakelijk uit van een gestructureerd, doordacht termensysteem maar aantoonbaar is wel de bewustwording van taal die definities nodig heeft in glossen, woordenlijsten, schema’s waarin termen worden geordend, en continuïteit die zich in termgebruik aftekent. Daarnaast echter komen eigen keuzes van vertalers en discontinuïteit in termgebruik voor. Ook met potentiële variatie vanuit concepten is daarom rekening te houden. In het Spaanse taalgebied ontplooit zich eveneens een belangrijke historisch-lexicografische dynamiek. Na twee falende pogingen in de jaren ‘30 en ’60, werd een nieuw project opgezet begin jaren 2000 voor een Diccionario histórico de la lengua española waarvoor intussen een structurele financiering werd voorzien. Niet alleen de beschreven tijdspanne maar ook het geografische gebied met 21 landen verspreid over 3 continenten vormt een uitdaging. Bronnen met specifieke vaktaal zijn niet het hoofdbestanddeel van het corpus maar vormen er wel een wezenlijk onderdeel van. Ze hebben betrekking op uiteenlopende vakgebieden van wiskunde tot diergeneeskunde en medische wetenschappen met woorden zoals coronavirus en hun bijbehorende etymologische informatie, betekenissen, attesterende citaten en woordfamilies. In de landen ten zuiden en oosten van de Middellandse Zee krijgt een groot historisch woordenboek van het Arabisch gestalte. De eerste versie ging in 2018 online. De congrespresentatie in Lyon illustreerde twee verschillende wijzen om wetenschappelijke terminologie op te nemen door te vergelijken met de pdf-versie (2010) van de Dictionnaire historique de la langue française, ook bekend als de Robert Historique. Dit laatste woordenboek behandelt termen, afkomstig uit een uitgebreide domeinenlijst, lexicografisch op dezelfde wijze als de algemene woordenschat; beide worden opgenomen en gedefinieerd als ze deel uitmaken van de woordenschat van het moderne Frans. De macrostructuur van ingangen berust op een etymologisch principe waarbij woorden binnen een ingang zijn geordend naar gelang van hun chronologie in het corpus. Termen worden als hoofdingang behandeld als ze de eerst geattesteerde lexicologische eenheid vormen in de woordfamilie. Anders verschijnen ze onder een hoofdwoord als secundaire ingang. Dit bemoeilijkt soms het terugvinden van termen. Het Arabische historische woordenboek daarentegen kent als digitaal, online woordenboek niet de ruimtebeperkingen van drukwerken en reserveert een hoofdingang voor iedere term, ongeacht of de term deel uitmaakt van de algemene taal. In het geval een term 3 betekenissen heeft, wordt de semantische ontwikkeling beschreven. Heeft een term 2 betekenissen in 2 verschillende domeinen, dan worden twee ingangen gereserveerd. Heeft een term eenzelfde betekenis in 2 verschillende domeinen, bijvoorbeeld de scheikunde en natuurkunde, dan wordt slechts één ingang aangemaakt met de vermelding dat de betekenis van toepassing is in beide domeinen. Termen opsporen Naast deze grootschalige ondernemingen laat de diachrone terminologie ook een duidelijke dynamiek zien in een scala van thematisch specifieker onderzoek. Specifieke teksten dienen dan als middel om diachronie in ruimer tijdsverband te toetsen. Verschillende presentaties gingen vooral in op de strategieën om termen op te sporen. Zo’n interessante casus vormde het onderzoek naar de terminologie van de bouwkunst en beeldende kunsten waarvoor bronmateriaal beschikbaar is van 17e-eeuwse vakspecialisten als André Félibien, secretaris van de Franse koninklijke academie voor architectuur onder Lodewijk XIV, of daarbij aansluitend werk zoals de 19e-eeuwse Dictionnaire des Arts du Dessin, la Peinture, la Sculpture, la Gravure et l’Architecture van Jean-Baptiste Bon Boutard. In het voorwoord van laatstgenoemd werk leggen de uitgevers vooral de nadruk op de neologismen, wat aanleiding vormde voor een terminologische onderzoeksvraag naar de achterhaalbaarheid daarvan. Om neologismen en daartegenover necrologismen te bepalen werd gepeild naar tekstmarkeringen: temporele (in de vorm van adjectieven en bijwoorden in de zin van ‘oud’, ‘oorspronkelijk’, ‘gebruikelijk’, ‘destijds’), metalinguïstische (vormen van woorden in de Franse tekst in de zin van ‘betekenis’, ‘bij metafoor’, ‘bij analogie’, ‘noemen’, ‘benaming’), lexicale (tekstwoorden die vernieuwing uitdrukken, bijv. ‘uitvinding’, ‘ontdekking’, ‘vooruitgang’), en intertekstuele (verwijzingen naar andere bronnen door woorden als ‘auteur’, ‘woordenboek’). Informatief voor de onderzoeksmogelijkheden van een dergelijke benadering was ook de presentatie die betrekking had op het culinaire domein. Uitgangspunt waren de werken van de vroeg-negentiende-eeuwse chef-kok Marie-Antoine Carême. Als onderdeel van een breder onderzoek werd gepeild naar zowel tekstmarkeringen inclusief vermeldingen tussen ronde haakjes om termen op te sporen, als naar de spreiding van de verschillende, ook niet-substantivische lexicale categorieën van termen over domeinen. Andere terminologen baseerden hun onderzoek juist op specifiek gekozen sleutelbegrippen. Deze beperking door termselectie is slechts relatief. Ze wordt gecompenseerd door de enorme perspectiefverbreding die tot stand komt door het conceptuele netwerk dat zich vertakt uit goed gekozen sleutelbegrippen. Een dergelijke opzet liet zich illustreren in een onderzoek naar de termen ‘machine’, ‘instrument’ en ‘outil’ en de concrete benamingen voor wetenschappelijke instrumenten in de periodieke pers uit de eerste helft van de achttiende eeuw. Zo’n onderzoek blijkt dan spoedig op een multidisciplinair kruispunt te staan van de geschiedenis van de techniek, de wetenschapsgeschiedenis, en de geschiedenis van sociale, politieke, economische en culturele ontwikkelingen. Tot eenzelfde vaststelling leidde een presentatie over de kleurterminologie in de zijde- en wolververij in de 18e eeuw. In de variatie en neologie laten zich de verschillende communicatiebehoeften doorheen de tijd aflezen die deels samenhingen met zich wijzigende technische procedés, de invloed van productaanduiding en commercialisering, en veranderingen in smaak. Zwarte gaten Voorgaande voorbeelden bieden een selectie uit de mogelijkheden die de onderzoekers presenteerden om via een diachrone benadering te komen tot reconstructie van de conceptuele ontwikkelingen van een domein. Dat vermogen blijft geenszins beperkt tot terminologie die grote tijdsperioden bestrijkt. Voor de korte diachronie blijkt de benadering even vruchtbaar. Voor deze laatste optiek vermelden we hier nog drie lezingen waarvan de eerste twee in de sfeer liggen van de ruimtewetenschappen. De periode 1990-2020 was het voorwerp van onderzoek voor een studie op het vlak van de astrofysica. Taalkundige en conceptuele studie werd gecombineerd in onderzoek naar metaforisch termgebruik dat verband houdt met het intrigerende verschijnsel in het universum van ‘zwarte gaten’. Stratificatie van verschillende metafoortypes vond plaats en werd verbonden met de antropomorfistische conceptualisering die verwijst naar mythologische of literaire personages, de levenscyclus van deze kosmische verschijnselen en hun vermogen om families te vormen. Het perspectief was om het metaforische termgebruik in de wetenschappelijke wereld en als middel voor kennisvulgarisatie in beeld te krijgen. Een andere voordracht met betrekking tot de korte diachronie betrof de vrij recente tak van wetenschap die bekend staat onder de naam ‘exobiologie’. Onderzoeksobject hiervan is de studie van het leven vanaf zijn ontstaansvormen op aarde tot elders in het universum. Het betreft een multidisciplinaire aanpak met inbreng van de chemie, fysica, astronomie en geologie. De terminologisch bestudeerde tijdspanne beperkte zich hier tot de zeer korte periode van het eerste decennium van deze eeuw. Het onderzoek was corpusgebaseerd, en sloot daarmee ook hier weer aan bij tekstueel terminologieonderzoek. In tegenstelling echter tot de lange diachronie waar teksten inzicht verschaffen in wetenschappelijke resultaten en effecten, is in deze contemporaine diachronie directe samenwerking mogelijk met vakspecialisten en opent het onderzoek naar conceptuele evoluties en naar de omgang met polysemie, een venster op de constructie van een multidisciplinaire wetenschap in ontwikkeling. Een terminologische hoofdcategorie als synonymie maakt eveneens deel uit van het onderzoeksscala van de korte diachronie. Een presentatie baseerde zich op de termenlijsten van twee ISO-standaarden uit 1999 en 2013 voor de kunststofindustrie en vergeleek de synoniemenparen. Een van de doelen was om de hypothese te toetsen dat synoniemenvariatie mettertijd vermindert en sommige synoniemen geëlimineerd worden om de precisie in professionele communicatie te vergroten. Dat resulteerde in dit geval in een ontkenning want het aantal paren dat stabiel was, bleef duidelijk in de meerderheid, terwijl de categorie die in 2013 niet meer voorkwam slechts een kwart betrof, en er ook een kleine categorie was waarbij het aantal synoniemen juist toenam. Een overzicht met de samenvattingen van de lezingen in Lyon vindt u hier. |
|
Nieuws Legal Terminology Eind 2023 werd de reeks Handbook of Terminology uitgebreid met een derde volume over juridische terminologie. De interesse voor dit terminologische deelgebied is overigens al historisch aanwijsbaar maar neemt voortdurend toe. Dat laat zich vanuit een samenspel van verschillende factoren verklaren. Door de systeemgebonden aard van juridische terminologie of haar inbedding binnen het eigen juridische stelsel doet zich bij rechtsvergelijking en juridische vertaling sterk de noodzaak voelen aan reflectie over zowel overeenkomsten of functionele equivalenten, als de verschillen. Internationalisering en zelfs globalisering door supranationale instellingen hebben het belang van rechtsvertaling en gestandaardiseerde terminologie op hun beurt verder vergroot. Ontplooiing van de vakgebieden van de juridische vertaling en de terminologie zelf zorgden eveneens voor een stimulerend kader, terwijl het besef van de mogelijkheden en moeilijkheden door nieuwe technologie als machinevertaling de rol van consistentie en precisie in de rechtsterminologie verder voor het voetlicht brengt. Thematisch is het boek in vijf delen gestructureerd. Het eerste deel belicht theoretische benaderingswijzen en aspecten van juridische termen en concepten waaronder de inbreng van terminologische paradigma’s, juridische definiëring, corporagebruik voor betekenisbepaling, variatieclassificatie en juridische fraseologie. Deel twee gaat in op de uitdagingen en problemen die zich voordoen bij de vertaling van systeemgebonden, nationale juridische terminologieën, zowel algemeen als in geografisch specifieke case-studies. Het derde deel over juridische terminologie in meertalige organisaties vormt het grootste luik. Kenmerken van en perspectieven op juridische termen, concepten en definities worden er bestudeerd in het spanningsveld tussen de supranationale juridische omgeving van de EU en haar Europese instellingen, en de nationale van de lidstaten. Een studie naar de bepaling van vertaalkwaliteit van juridische terminologie verruimt het perspectief verder dan de EU naar andere internationale organisaties. Deel 4 handelt over terminografie en de hulpmiddelen die ten dienste staan van het terminologiewerk, zowel juridische lexicografie als technologische ondersteuning in de vorm van meertalige databanken, machinevertaling, termherkenning, kunstmatige intelligentie en Natural Language Processing. Het laatste onderdeel besteedt aandacht aan de didactische aspecten van juridische terminologie in opleidingsverband voor vertalers en tolken. |
|
The terminological impact of pandemics De laatst verschenen aflevering van Terminology. International Journal of Theoretical and Applied Issues in Specialized Communication is een themanummer gewijd aan de coronapandemie. In het voorwoord schetsen M.-C. Wermuth en P. Sambre (red.) het bredere kader voor deze onderwerpskeuze. Dat de COVID-19-epidemie een enorme impact heeft gehad op het mondiale gezondheidssysteem staat buiten kijf, en evenzeer het onmiskenbare belang van terminologieonderzoek in tijden van pandemie. Het identificeren en documenteren van het termgebruik door domeinexperts droeg bij aan de harmonisering en standaardisering vereist voor communicatiestroomlijning tussen de betrokken partijen in wetenschap en zorg. De wereldwijde omvang van de crisis onderstreepte nog de behoefte om in meertalige en geografisch en cultureel verschillende contexten efficiënt informatie te delen. Dienstbaar tenslotte voor effectieve communicatie naar bevolkingsgroepen is terminologieonderzoek door gegevens te verschaffen over de overname en verspreiding van kennis in het publieke discours en algemene communicatiekanalen. De mate van inzicht of misvattingen die daarbij blijken, ondersteunen de mogelijkheden en behoeften voor communicatieve bijsturing, onder meer op het vlak van preventie en gezondheidsvaardigheden. De vijf bijdragen in het tijdschrift delen een interesse in de dynamiek van terminologie. Als systemen in ontwikkeling laten talen voor specifieke doeleinden zich bestuderen aan de hand van evoluerende kennis in een domein en daarmee samenhangende conceptuele wijzigingen. Deze leiden tot veranderingen op het niveau van de termen die de concepten aanduiden, tot de creatie van nieuwe termen, betekenisverschuivingen en vormwijzigingen van termen. Om dit inzicht in de opkomst, ontwikkeling en het gebruik van termen met betrekking tot de coronapandemie te bereiken, hanteren de onderzoekers methodologisch een drietal, soms gecombineerde benaderingen: tekstuele analyse met ‘knowledge-rich contexts’ of de lexico-syntactische gegevens in (delen van) zinnen rond de termen, die informeren over een concept of de relaties hiervan, corpusgebaseerd terminologieonderzoek waardoor in de breedte termmateriaal kan worden verzameld en onderzocht op variatie en ontwikkeling, en Frame-Based Terminology die dynamische kennisweergave mogelijk maakt door niet louter taxonomisch en statisch te inventariseren maar door de contexten te analyseren en te structureren aan de hand van de handelende of veroorzakende actoren, de elementen die iets ondergaan, de gevolgen enz. |
|
Zorgtaalprijs De gedachte aan het intrinsieke verband tussen vaktaal en domeinexperten, krijgt gaandeweg een pendant in de aandacht voor de wisselwerking tussen terminologie en communicatie naar omvangrijkere publieksgroepen. Vooral voor vakgebieden waarmee grotere delen van de samenleving in contact komen, neemt het besef van het maatschappelijk belang van begrijpelijke terminologie voortdurend toe. Om dit proces te ondersteunen worden ook prijzen toegekend. Voor de sectoren van de overheid en de rechtspraak bestonden hiervoor al initiatieven zoals de Heerlijk Helderprijs en de Klare Taalbokaal. In de zorgsector reikt de Taalunie dit jaar de Zorgtaalprijs uit aan een Nederlandse en een Vlaamse organisatie die zich onderscheiden door hun inzet voor begrijpelijke taal die helpt om medische informatie meer toegankelijk voor ieder, vindbaar en toepasbaar te maken. Het is mogelijk om een verdienstelijke organisatie uiterlijk tot 22 april 2024 te nomineren via een aanmeldformulier. De prijzen worden uitgereikt tijdens de Heerlijk Duidelijkdag, op 21 mei in Den Bosch. |
|
Ad hoc Terminology Work Terminologiewerkzaamheden laten zich volgens verschillende dimensies onderscheiden. Het betreft meestal twee- of driedelingen met klassieke opposities als normatief/descriptief, manueel/computerondersteund, eenmalig/continu, domeingeoriënteerd/tekstgeoriënteerd, eentalig/tweetalig/meertalig, en systematisch dan wel ad hoc. De internationale conferentie Ad hoc Terminology Work: Lessons Learned and Challenges for the Future die op 15 april plaatsvindt op het Fran Ramovš Instituut voor de Sloveense taal in Ljubljana gaat in op het laatste aspect. Waar de terminologische oriëntatie op conceptuele relaties en systemen de aandacht vaak natuurlijkerwijs doet uitgaan naar de systematische terminologie die substantiële aantallen vaktermen domeinbreed of projectmatig analyseert, blijft de ad-hocterminologie vaak onderbelicht. Deze beperkt zich tot een enkele of een klein aantal termen en individuele terminologische oplossingen maar het belang van ad-hocterminologie blijkt wel degelijk in talloze contexten. Te denken valt onder meer aan het frequente probleem bij vertaling wanneer termen, vaktechnische uitdrukkingen en neologismen moeilijk of niet terug te vinden zijn in naslagwerken en termenbanken. De abstracts van het congres belichten nog een ruimer scala van situaties waarin ad-hocterminologie een prominente rol speelt, met name bij de adviesdiensten die verschillende Europese taalgemeenschappen voor vragen van terminologiegebruikers hebben ingericht, de publiek raadpleegbare terminologieplatformen of bij het schrijven van technische of wetenschappelijke teksten. Belangstelling wekt ook de vermelding in recentere vakliteratuur (Nuopponen, Terminologija 2018, p.18) dat er in feite geen gevestigde methode voor ad-hocterminologie bestaat en dat men voor een geïsoleerd terminologisch probleem soms een beperkte versie hanteert van de klassieke methode voor conceptanalyse en relatiebepaling. In dit opzicht is wellicht aanvulling of concretisering mogelijk door enige congreslezingen waaronder die over het zevenstappenplan dat de Sloveense Terminological Consulting Service toepast bij voorgelegde terminologievragen. |
|
La terminologie de l’intelligence artificielle Réseau LTT heeft als missie om voor de Franse taalgemeenschap wetenschappelijk onderzoek in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen te ondersteunen voor de vakgebieden lexicologie, terminologie en vertaling. De krachtige opkomst van de kunstmatige intelligentie die tevens gepaard gaat met een omvangrijke terminologische uitbreiding voldoet aan dit criterium. Over dit onderwerp organiseert Réseau LTT in samenwerking met twee hogeronderwijsinstellingen een tweedaags congres op 28 en 29 mei in Oran (Algerije). Bijzondere belangstelling gaat uit naar een collectieve gedachtewisseling over de uitdagingen van de kunstmatige intelligentie voor onze maatschappij, nu en in de toekomst, en vooral voor de geesteswetenschappen en de terminologiestudie. De resultaten beogen bij te dragen aan het terminologische inzicht in de ontwikkelingen op het vlak van termcreatie, ontleningen, conceptuele aspecten en aanpassingen binnen gebruikscontexten. Ze dienen het dubbele doel om de communicatie te ondersteunen in de bedrijfstak van de kunstmatige intelligentie en het daarmee overlappende deelgebied van de onderwijssector. Het congres is ook online bij te wonen. |
|
La didactique de la terminologie dans l’espace universitaire francophone Van de drijvende krachten in een vakgebied is onderwijs ongetwijfeld een van de krachtigste. Een studiedag in Thessaloniki stelt het thema centraal voor de terminologie met de nadruk op het Franse taalgebied. De abstracts van de presentaties geven aan hoe ontwikkelingen van deze discipline en van haar pedagogische contexten nopen tot een heroverweging van het evenwicht tussen benaderingswijzen, theoretisch onderricht en de rol van technologische hulpmiddelen. Zo’n evenwicht is nodig om te voorzien in flexibele en praktijkgerichte opleidingen en dient te worden gedragen door reflectie op verschillende vlakken. Algemeen didactisch valt na te denken over de ontwikkeling van onderwijsstrategieën om methodologieën aan te leren die overkoepelend inzetbaar zijn voor uiteenlopende opleidingsprofielen van taalkundigen en onderzoekers, vertalers, domeinexperten enz. Deze methodologieën kunnen berusten op de dubbele, namelijk conceptuele en taalkundige dimensie van de terminologie, waarbij een van beide meer nadruk kan krijgen in functie van het te ontwikkelen profiel. Op deze dubbele dimensie, zoals een van de sprekers stelt, laat zich in de praktijk een opleiding structureren wanneer deze het beheer van terminologische data leert baseren op de geldende ISO-normen voor de weergave van gespecialiseerde domeinkennis en vervolgens de lexicale netwerken van termen en hun varianten formuleert voor de vooraf geïdentificeerde concepten. Als laatste fase is de opslag in een tool voor termbeheer aan de orde. In laatstgenoemd digitaal verband belicht een van de lezingen dat de introductie van terminologie in opleidingen zoals vertaalwetenschappen geen eenmalige statische integratie vormt maar een dynamisch proces dat de ontwikkelingen volgt van de natuurlijketaalverwerking en haar toenemende mogelijkheden op het vlak van termextractie, termbeheer, ontologiebouw enz. Aansluitend bij de onderwijspraktijk stelt een onderzoeker verder de inventarisatie, keuzeonderbouwing en integratie van terminologische technologie in het hoger onderwijs centraal. Deze technologische ontwikkeling heeft de visies op terminologie inhoudelijk sterk beïnvloed. Te denken valt onder meer aan de inbreng van computerondersteuning voor tekstuele terminologie, primair gericht op het functioneren van termen in teksten, en de rol van digitale corpora en de corpuslinguïstiek. Op de inrichting van terminologieonderwijs heeft dit noodzakelijk effect. Een van de lezingen belicht daarom naast vertaalopleidingen de oriëntatie van terminologie op de nieuwe toepassingsmogelijkheid van kennisbeheer. Het volledige programma vindt u op de website van de conferentie. |
|
Tools en bronnen Terminologietools Op de webpagina van het Expertisecentrum Nederlandstalige Terminologie (ENT) is de rubriek voor terminologische hulpmiddelen aanzienlijk uitgebreid. Nieuwe vermeldingen van applicaties evenals tools die in vroegere terminologienieuwsbrieven al de revue passeerden, zijn toegevoegd, en bestaande links werden geactualiseerd. De indeling in de rubrieken en deelrubrieken helpt in combinatie met de informatie van de gelinkte websites om zich een beeld te vormen van een aantal belangrijke soorten van terminologiegerelateerde hulpmiddelen en subcategorieën daarbinnen. (Deel)rubrieken en links bieden samen inzicht in kenmerken en functionaliteiten waarmee men rekening kan houden bij de keuze voor een bepaalde tool. Voor termbeheersystemen bijvoorbeeld laten zich zo criteria afleiden voor een indeling op basis van taalcomplexiteit (eentalig, tweetalig, meertalig), hun mate van autonomie (onafhankelijk, deel van een CAT-tool of hybride), de softwaretechnologie (zelfstandig dan wel opererend binnen een client-serverconfiguratie, of webgebaseerd), hun productstatus (commercieel, open source), het termenbankmodel (in te richten en doorzoekbaar voor één dan wel meerdere databases), de definieerbaarheid van het systeem, termingangen en velden (vooraf vastgelegd, vrij definieerbaar of hybride), import- en exportmogelijkheden enz. |
|
Berichten van NL-Term Vernieuwde website Sinds kort is de website van NL-Term vernieuwd. Daar is alle informatie te vinden met betrekking tot NL-Term met o.a. evenementen en publicaties. Vast onderdeel is het NL-Term Forum. Het doel hiervan is “een platform te bieden aan iedereen die vragen, nieuws en andere informatie wil delen met andere gebruikers en belangstelling heeft voor de activiteiten van NL-Term en de andere terminologiegebruikers op dit forum. Omgekeerd hoopt NL-Term via dit forum meer inzicht te krijgen in de wensen en behoeftes van gebruikers en de belangstelling te vergroten voor zijn activiteiten.” |
|
Nieuwe publicatie In de loop van dit jaar publiceert NL-Term bij AUP (Amsterdam University Press) het boek Domain Loss and Gain in Contemporary Terminology Studies’ met hierin de proceedings van het internationale congres “Terminology: Domain Loss and Gain/Terminologie: Domeinverlies en – winst”. Dit congres vond plaats aan de KULeuven, Campus Brussel, op 20 en 21 april 2023 en werd georganiseerd door NL-Term, INT, EAFT en Infoterm in samenwerking met de Taalunie. Voor meer informatie zie de website van NL-Term. |
|
TiNT 2024 NL-Term organiseert ook dit jaar weer een TiNT-dag (TiNT = Terminologie in het Nederlandse Taalgebied), maar ditmaal niet voor 1 dag, maar voor 2 dagen. TiNT 2024 vindt plaats in Breda op donderdag 7 en vrijdag 8 november. Het overkoepelende thema van beide dagen is de positie van het Nederlands in het hoger onderwijs en in de wetenschapsbeoefening en de impact die de verengelsing heeft op het vlak van terminologie en hoe professionele taalgebruikers met die uitdaging omgaan. Op 7 november bespreken beleidsmakers hoe zij aankijken tegen taalbeleid in het hoger onderwijs en de mogelijke gevolgen van gemaakte keuzes. Op 8 november staat de impact op terminologie centraal en komen de taalwerkers (zoals vertalers en tekstschrijvers) aan het woord. Het evenement wordt hybride georganiseerd, in Breda en online. Vanaf 2 september start de inschrijving, maar daar zullen we u ook tijdig aan herinneren. Voor meer informatie over de opzet en een (nu al nagenoeg volledig) programma zie https://nlterm.eu/tint2024/. Reserveer beide dagen alvast in uw agenda! |
|
Agenda Hieronder vindt u een korte aankondiging van evenementen. Meer informatie vindt u op de website van het Instituut voor de Nederlandse Taal. 11 - 12 april 2024, Nancy (Frankrijk): Variations terminologiques et traductologiques dans le domaine juridique 15 april 2024, Ljubljana (Slovenië): Ad hoc Terminology Work 28 en 29 mei 2024, Oran (Algerije) en online: La terminologie de l’intelligence artificielle 29 mei 2024, Thessaloniki (Griekenland): studiedag ‘La didactique de la terminologie dans l’espace universitaire francophone’ 6 - 7 juni 2024, Chambéry (Frankrijk) en online: TOTh 27 - 28 juni 2024, Granada (Spanje): Multilingual Digital Terminology Today 27 - 28 juni 2024, Tbilisi (Georgië) en online: Terminology -Heritage and Modernity Conference |
|
|
|