jaargang 16, nummer 2 Beste lezer, Dit is de nieuwe Nieuwsbrief Terminologie, waarin u informatie vindt over actuele zaken op terminologiegebied, zoals nieuws en evenementen. Eerdere nieuwsbrieven vindt u hier.
Reacties en tips zijn welkom. Als u deze nieuwsbrief niet meer wilt ontvangen, kunt u zich als volgt uitschrijven: klik op de link 'inschrijving of gebruikersprofiel bijwerken' onderaan in deze nieuwsbrief. U ontvangt een e-mail met een link om uw voorkeuren bij te werken. Klik op deze link, vink 'Terminologienieuwsbrief' uit en klik op 'voorkeuren bijwerken' om te bevestigen.
Vriendelijke groet, Het redactieteam van het INT
Contact: Dirk Kinable +31 (0)71 527 24 89 dirk.kinable@ivdnt.org www.ivdnt.org |
|
|
Nieuws Terminology. Cognition, language and communication In augustus 2023 verscheen bij John Benjamins Publishing Company, deel 36 van de reeks IVITRA Research in Linguistics and Literature, onder de titel Terminology. Cognition, language and communication. Auteur is Teresa Cabré, emeritus hoogleraar taalkunde en terminologie van de Universitat Pompeu Fabra in Barcelona en bestuursvoorzitter van het Instituut voor Catalaanse Studies. Het werk bundelt een selectie van in het Engels vertaalde artikelen uit de periode 1999-2015, geselecteerd door twee leden van de IULATERM-onderzoeksgroep.
De begrippen in de subtitel geven drie hoofdaspecten aan die een belangrijke stroming in de ontwikkelingsgeschiedenis van de terminologie als onderzoeksgebied kenmerken. De evolutie van het vakgebied die ze mee bepalen, vormt de hoofdlijn van het boek en deze wordt in twee delen geschetst.
Evolutie van het vakgebied Het eerste deel is het meest theoretische en beschrijft de ontwikkeling van de Communicative Theory of Terminology (CTT). In het tweede, interdisciplinair georiënteerde deel komen genoemde drie aspecten van de subtitel wisselend aan bod in studies over onderwerpen en taalberoepen die direct zijn betrokken bij terminologiegerelateerde inzichten. Verschillende artikelen schetsen de evolutie van dit vakgebied contrastief met de theoretische uitgangspunten die golden in de GTT of General Theory of Terminology waarvoor de Oostenrijkse ingenieur Eugen Wüster (1898-1977) vooral na 1945 de grondslagen legde. Cabré wijst op de invloed die daarbij uitging van data die Wüster had verzameld in The Machine Tool. An Interlingual Dictionary of Basic Concepts (p. 54, 183, 331). Deze technische data betroffen werktuigmachines en het doel was meertalige terminologische standaardisatie om internationaal eenduidige communicatie tussen vakexperten mogelijk te maken. De termen in iedere taal dienden een-op-een te corresponderen met de concepten, en het gemeenschappelijk conceptuele systeem in de verschillende talen diende voor industriële en commerciële kennisoverdracht. Vakkennis stelde Wüster in staat een conceptuele structuur te ontwikkelen waaraan vervolgens termen konden worden gekoppeld. In lijn met deze onomasiologische aanpak vestigde Wüster ook het principe van de prioriteit van concepten boven de talige aanduiding, en golden concepten als het primaire object in de GTT. Van hieruit laten zich kenmerken verklaren zoals onder meer de ontwikkeling van deze theorie buiten het kader van de taalkunde, het belang van prescriptie en standaardisatie, en een ontbrekende aandacht voor diachronie (p. 55, 209).
Hoe fundamenteel ook, toch bleef in deze benadering veel buiten beschouwing. Kijkt men naar termen in hun natuurlijke omgeving, dan blijken al snel registerverschillen in de gespecialiseerde communicatie en zijn de data minder eenduidig en systematisch. Ook treden conceptuele variatie en synonymie wel degelijk op. In feite kunnen vanuit de drie hierboven genoemde invalshoeken – ‘cognition’, ‘language’, ‘communication’ – bedenkingen worden geopperd. De cognitieve wetenschappen - aldus Cabré (p. 27) - onderkennen dat algemene kennis bijdraagt aan de verwerving van gespecialiseerde kennis en dat het discours van gesprekspartners, en hun cultuur in de waarneming van de werkelijkheid een belangrijke rol spelen bij de opbouw van kennis. Taalkundigen hebben op hun beurt de rigide scheiding tussen algemene en gespecialiseerde taal in vraag gesteld en algemene hypothesen geformuleerd waarin modellen mogelijk zijn die beide integreren. In de communicatiewetenschappen tenslotte zijn modellen voorgesteld in de vorm van frames die gespecialiseerde communicatie binnen één schema opnemen in plaats van deze te behandelen als een aparte vorm van communicatie.
Ook buiten de wetenschappen hebben zich grote veranderingen voltrokken (p. 56), en zijn de situaties waarin terminologie wordt beoefend sterk gaan verschillen van degene die Wüster voor ogen stonden. Zo wijst Cabré op de rol die terminologie in verscheidene landen is gaan spelen in het kader van taalplanning en -promotie om taalgebruikers in staat te stellen zich in alle situaties over enig onderwerp uit te drukken. Het heeft de sociolinguïstische context waarin termen functioneren, geïntroduceerd in de terminologie (p. 105 e.v., 211, 302-303) en het beeld bijgesteld dat termen louter ontstaan door consensus tussen leden van organisaties en bedrijven. Termen maken deel uit van natuurlijke talen. Na de tweede wereldoorlog heeft de ontwikkeling van internationale politieke en culturele instanties verder geleid tot de expansie van vertaaldiensten die voor hun werkzaamheden behoefte hadden aan terminologie. De specifieke functie binnen deze context vergde echter niet strikt een-op-een een overeenkomst die onafhankelijk is van culturele connotaties (p. 210-211). Een derde factor die bijdroeg tot gewijzigde inzichten was de grote invloed van de informatietechnologie op de terminologie. Het gebruik van computationele hulpmiddelen in het werkproces introduceert in de terminologische methode een semasiologische invalshoek, aangezien teksten en corpora noodzakelijk het uitgangspunt vormen voor terminografen en vertalers die met deze technische ondersteuning termen extraheren en termenlijsten compileren. Deze benadering wijkt ook af van de klassieke notie dat concepten onafhankelijk zijn van en voorafgaan aan hun taalkundige expressie door termen (p. 34, 218).
Dergelijke ontwikkelingen hebben uiteraard hun invloed niet gemist en de aanhangers van Wüsters model wijzen dan ook op de nodige verruiming, onder meer door de toelating van gecontroleerde synonymie, de erkenning van gesproken taal in de context van taalplanning en de introductie van niet-hiërarchisch geordende conceptuele structuren, hoewel sommige inzichten ongewijzigd blijven (p. 23). In de onderzoekspraktijk zijn verschillende stromingen jegens de GTT ontstaan, van ‘loyaal’ maar gericht op integratie van nieuwe standpunten tot fundamenteel kritisch (p. 29 e.v.).
Bredere visie Werken met termen kan zeker in andere contexten plaatsvinden dan de door Wüster beoogde internationale, interprofessionele communicatie. Cabré illustreert de noodzaak van een bredere visie op terminologie met als voorbeeld de vertaalpraktijk (p. 35). Te vertalen teksten bevinden zich niet uitsluitend op het niveau van hoog gespecialiseerde teksten voor collega-vakexperten, maar variëren vaak aanzienlijk in specialisatieniveau, waarbij de vertaler de brontekst zo vergelijkbaar mogelijk moet weergeven met dezelfde variatie in uitdrukkingen (p. 35). Voor de wenselijk geachte verbreding stelt de auteur haar ‘Communicative Theory of Terminology’ voor die ze metaforisch omschrijft als een ‘model met deuren’ (p. 42-43, 108, 185). Dit model beoogt voldoende omvattend en flexibel te zijn om terminologische eenheden in een kader met verschillende toegangsmogelijkheden te beschrijven als cognitieve, taalkundige en communicatieve eenheden (p. 63-67, 92 e.v., 184). De basisgedachte voor de methodologie van CTT berust op de geschiktheid voor het beoogde doel, waarbij dus niet extreme standaardisering maar adequaatheid primeert. Terminologiewerkzaamheden kunnen daardoor vanuit een onomasiologisch of een semasiologisch perspectief plaatsvinden, vertrekken van teksten of van databases, automatisch teksten verwerken met semiautomatische zoekmachines, louter termen verzamelen in hun effectieve gebruik of een standaardisering in een domein voorstellen (p. 201). In essentie is de methode descriptief en gericht op het verzamelen van reële termen gebruikt door specialisten in verschillende communicatieve situaties (p. 203).
Terminologische eenheden vergelijkt Cabré met wat in de meetkunde als ‘veelvlakkig’ wordt aangeduid (p. 92, 185). Als driedimensionale eenheden functioneren ze tegelijkertijd op de drie al genoemde niveaus. Als cognitieve eenheid vormen ze het voorwerp van een kennistheorie met een filosofische, psychologische en neurologische onderbouwing (p 92). Ze komen voort uit de perceptie en categorisering van de werkelijkheid door domeinexperten en worden mede bepaald door cultuur. Ze zijn deel van gevestigde, specialistische kennis, vormen knooppunten of kernen in een conceptueel systeem en zijn onderling verbonden door relaties met gelijkaardige of andere types van knooppunten. Als linguïstische eenheid maken ze deel uit van de lexicale eenheden, laten zich volgens de regels van het lexicale systeem beschrijven en kunnen varianten hebben (polysemie en synonymie) (p. 63-64, 94). Ze nemen de vorm aan van termen of bredere eenheden zoals meerwoordtermen met een lexicale of een syntactische structuur, verbindingen, of zelfs eenheden met een zinskarakter in een gespecialiseerde context (p. 204, 136-140). Als communicatieve eenheden verschijnen ze in gespecialiseerde contexten en vertonen ze variatie naargelang van de productie van de informatie, de overdracht en de receptie op het beoogde specialisatieniveau, zoals tussen specialisten onderling, met experten in opleiding of meer bemiddelend met een ruimer publiek (p. 93, 198). Het tweede, meer interdisciplinaire deel van dit boek bevat vooral artikelen die terminologische ontwikkelingen en inzichten documenteren binnen een aantal praktijkgerichte kaders. Een voorbeeld daarvan is de bijdrage die de evolutie schetst van de terminologische werkmethode onder invloed van progressief gebruik van software. Informatietechnologie beperkte zich aanvankelijk tot informatieopslag in databanken maar werd gaandeweg uitgebreid naar de verschillende fases van het terminologiebeheer. Thans worden systemen voor kennisbeheer ontwikkeld die tekstbanken en termenbanken integreren met modules voor het beheer van ontologieën of grafisch visualiseerbare conceptstructuren (p. 225-227). Weer een ander artikel illustreert de nauwe relatie tussen terminologie en het werk van documentalisten. Documentatiewerkzaamheden houden onder meer inhoudsanalyse van teksten in, evenals het indexeren van begrippen en categorisering. Dergelijke beschrijving gebeurt op basis van vooral gestandaardiseerde terminologische eenheden (p. 234, 238, 242). Terzelfdertijd echter is rekening te houden met de natuurlijke termvariatie in teksten en bij gebruikers om de opvraagbaarheid door laatstgenoemden te ondersteunen. Een laatste voorbeeld van het interdisciplinaire karakter van terminologie dat we hier selecteren, heeft betrekking op de relatie tussen terminologie en gespecialiseerde vertaling. Voor beide disciplines vormt taal een communicatiemiddel (communicatieve component) die kennis overdraagt (cognitieve component) en die dit door een semantisch systeem uitdrukt (taalkundige component). De vertaler van gespecialiseerde teksten treedt op als een tussenpersoon en zijn betrokkenheid kan zich op een viertal verschillende niveaus situeren (p. 260 e.v.). Deze kan zich beperken tot het raadplegen van de nodige lexicografische en terminologische databanken en bronnen en, indien zich geen oplossing aandient, de originele term letterlijk tussen aanhalingstekens plaatsen of parafraseren. Een minder passieve rol ligt op het volgende niveau, wanneer een gedocumenteerd neologisme wordt bedacht. Het derde niveau dat Cabré onderscheidt, betreft de vertaler die zich specialiseert in een onderwerp, zich inwerkt in de terminologie waarmee de gespecialiseerde kennis wordt overgedragen, die termen in zijn teksten compileert en termenbanken voor zichzelf aanlegt. De vertaler beoefent terminologie dan occasioneel of ‘ad hoc’. Op het vierde en laatste niveau is de vertaler actief als systematisch terminoloog die op basis van het materiaal en de inzichten in zijn of haar gecompileerde termenbanken voorstellen doet en gegevens ter beschikking stelt ten behoeve van andere vertalers. |
|
Ontologie en terminologie In de terminologie bestaat in recente jaren veel aandacht voor ontologietechniek. Deze interesse stond ook centraal in een lezing die Laura Giacomini (Universiteit Innsbruck) hield op het vorige congres van de European Association for Terminology in Barcelona op 16 en 17 november laatstleden. De presentatie is nu verschenen in artikelvorm in het tijdschrift Applied Ontology (jaargang 19 (2024)/1) onder de titel ‘Ontologies and knowledge representation in terminology: Present and future perspectives’.
Een traditionele definitie omschrijft een ontologie als een ‘formele, expliciete specificatie van een ruim geaccepteerde conceptualisering’. De basisstructuur bestaat uit een taxonomie of een hiërarchie van geordende concepten. Vooral generalisaties en, daaraan ondergeschikte, specifiekere begrippen van het relatietype “is een“, en de hiermee combineerbare relatie “is een deel van”, beslaan vaak een groot deel van het conceptuele systeem van een domein. Een complexere, multihiërarchische variant ontstaat wanneer een ondergeschikt concept relaties aangaat met meer dan één bovenliggend concept (kind-ouders). In de praktijk laat zich de hiërarchische structuur van een domein bovendien vaak uitbreiden met een vertakking van niet-hiërarchische relaties (oorzaak, gevolg, functie, materiaal, volgorde van fases in een proces enz.).
Descriptief versus realistisch Voor dergelijke ontologieën onderscheidt genoemd artikel het descriptieve en het realistische type ontologie. Eerstgenoemde houdt rekening met taal, cognitie en menselijke perceptie, terwijl het tweede focust op de intrinsieke natuur van de wereld en de weergave van kennisgebieden met vooral concrete, meetbare, observeerbare entiteiten. Ontology engineering richt zich vooral op dit laatste, terwijl terminologie meer is gericht op de semantisch-conceptuele structuur in taal, en ontologieën ziet als bewaarplaatsen voor concepten die systematisch zijn gelinkt aan lexicale data of termen. Ondanks dit verschil in oriëntatie kunnen in de terminologie de principes voor ontologieontwerp ingezet worden voor vernieuwing in de formalisering van conceptsystemen. Als voorbeeld haalt de auteur onder meer een project aan met de naam “Ontology-Frame-Terminology” dat werd ingezet om de variatie van termen in het technische domein van gebouwenisolatie te modelleren. De auteur noemt het een realistische ontologie waaraan echter een meer descriptieve laag wordt gekoppeld die de tussenlaag vormt tussen de ontologie en de termen (p. 15). De ontologische categorisering wordt geïntegreerd met de specifiekere informatie in de vorm van frame-elementen aansluitend bij de theorie van de Frame-semantiek. De knooppunten in de ontologielaag bovenaan zijn algemene macrocategorieën zoals ‘materiaal’, ‘vorm’ en ‘functie’. De descriptieve tussenlaag bevat semantische frames. Frames zijn in de Frame-semantiek abstracte voorstellingen van prototypische situaties waarin onze achtergrondkennis wordt gevat. De participanten of componenten verbonden aan deze situaties vormen de frame-elementen (bijvoorbeeld, de agens, object, een vorm, een functie etc.). De knooppunten uit de ontologielaag laten zich koppelen aan de frame-elementen van frames. De termen uit de onderste laag kunnen op hun beurt worden ontleed en herleid tot een frame dat alle of sommige typische frame-elementen bevat. Verdere beschrijving en voorbeelden biedt nog de beschrijving van Giacomini in de congresbundel van eLex 2017 (p. 111 e.v.). |
|
International Terminology Summer School 2024 TermNet is de verkorte naam voor de terminologieassociatie die voluit “International Network for Terminology” heet. Deze organisatie is gevestigd in Wenen en is opgericht om te voorzien in een samenwerkingsverband voor instanties die steun zoeken in de kennis en ervaring van een globaal terminologienetwerk. Bekendmaking van de activiteiten en diensten van de leden, en consultancy behoren tot de kerntaken, evenals het aanbieden van training. Deze richt zich ook op de particuliere geïnteresseerde. Traditiegetrouw richt TermNet een zomercursus in tijdens de maand juli. Zowel online als op de onderwijslocatie van dit jaar in Tbilisi (Georgië) kan men onderwijs volgen gedurende 5 dagen (1-5 juli) of op bepaalde keuzedata. Het scala onderwerpen dat aan bod komt is ruim en behelst zowel de praktijk van lopende terminologieprojecten, theorie, vertalingsgerichte benadering en technologie, terminologiebeheer, kwaliteitsnormen en strategieën voor werkzaamheden. Het volledige programma vindt u hier. Registratie is mogelijk tot 28 juni. |
|
Concept Systems and Frames in Terminology 2024 Na het eerste terminologiecongres in 2022 over conceptsystemen en kennisweergave is Innsbruck opnieuw de gaststad voor de tweede editie op 25 en 26 september 2024. Twee hoofdrichtingen van de terminologie die kennisstromen in specifieke weergavestructuren kanaliseren, zijn het traditionele conceptsysteem dat zijn beslag krijgt in vormen als de taxonomie en ontologie, en de recentere frame-methodologie die voor een cognitieve beschrijving kiest. Waar de eerste stroming een netwerk opbouwt van concepten met daartussen relaties, gaat de tweede ervan uit dat we woorden en termen begrijpen tegen de achtergrondkennis van bepaalde situaties. Voor woorden als bijvoorbeeld ‘wonen’, ‘resideren’ houdt die situatie als componenten onder meer in: een persoon (eigenaar, huurder, …) en een plaats voor bepaalde activiteiten. Die achtergrondkennis wordt gestructureerd in de vorm van frames. Het eerste congres ging vooral in op de voor- en nadelen van de respectievelijke benaderingen. Het tweede, Terminology beyond Terms, gaat een stap verder en verbreedt het onderzoeksperspectief naar hoe de omgeving van termen is te analyseren en in termenbanken weer te geven, zowel de directe context van fraseologie, collocaties, syntactische patronen, als de context in de brede zin van pragmatische gebruiksaspecten. De eerste hoofdlezing (M.-C. L’Homme) gaat in op de wijze waarop predicatieve termen kunnen bijdragen aan de kennisstructuur van een domein. De keynote van M. Koliopoulou bespreekt termen op het raakvlak van domeinweergave en gespecialiseerde vertaling. |
|
Tools en bronnen Tools voor vertalers De verscheidenheid in vertaalwerkzaamheden maakt dat voor deze branche van taalprofessionals een evenredig scala aan ondersteunende software is ontworpen. De noodzaak van een selectie die voldoet aan de behoeften dringt zich bijgevolg op en dat vergt een overzicht van de beschikbare mogelijkheden. Waar te vertalen teksten voor een substantieel deel bestaan uit vakjargon, zullen terminologische hulpmiddelen uitkomst bieden. Vele staan er geïnventariseerd op de webpagina van het Expertisecentrum Nederlandstalige Terminologie. Terminologische hulpmiddelen hebben een reëel aandeel in de computationele vertaalondersteuning, maar taaltechnologie neemt in de gereedschapskist van vertalers uiteraard nog in tal van andere opzichten een prominente plaats in. Interessant in dit opzicht is de blog op de website van ivannovation language management die een voor 2024 geüpdatet overzicht biedt met zo’n 150 applicaties voor vertalers en enige aandacht besteedt aan terminologie. Achtereenvolgens zijn de applicaties geordend in de volgende rubrieken: 1. CAT Tools & TMS 2. Translation Business Management Systems 3. Machine Translation Engines 4. Machine Translation Related Tools 5. Translation Memories & Glossaries and Related Tools 6. Quality Assurance Tools 7. Integration Tools/Connectors 8. Localization Tools 9. Video Localization Tools 10. Other Tools |
|
4-Language Finance, Economy & Business Terminology — NL-EN-FR-DE (version 2.0) Aan de termenverzamelingen die het Expertisecentrum Nederlandstalige Terminologie host, is recent een nieuwe aanwinst toegevoegd. Deze termenbank bevat begrippen, afkortingen en namen van instanties uit de financieel-economische wereld. Ze is viertalig met vertaalequivalenten in het Nederlands, Engels, Frans en Duits, en bestaat uit ruim 16.000 records. De termencollectie is samengesteld door dr. Jean-Paul Glorieux, gewezen secretaris-generaal van een Belgische bankinstelling en oprichter van een communicatiebureau met specialiteit vertalingen op het gebied van financiën, economie en bedrijfsbeheer. De termen komen deels voort uit de communicatie- en vertaalactiviteiten van het bedrijf van de auteur met betrekking tot meer dan 35.000 documenten op het gebied van financiële berichtgeving (jaar- en periodieke verslagen van genoteerde bedrijven, banken, holdings, beleggingsfondsen, managementverslagen, perscommuniqués enz.). Eveneens werden deels diverse, vrij beschikbare bronnen benut zoals meertalige naslagwerken, woordenboeken, wetteksten, richtlijnen, reglementen enz. die vrijelijk kunnen worden gebruikt en die door de auteur met de hulp van zijn team over de jaren zijn verzameld, aangepast, gewijzigd of aangevuld met equivalenten om in deze termenlijst opgenomen te worden. Voorts is de termenlijst de weergave van het gebruik van termen en uitdrukkingen zoals ze voorkomen in financiële en economische studies, beursberichten, prospectussen van beleggingsfondsen, boekhoudkundige commentaren, tijdschriftartikels, perscommuniqués e.d. Wanneer in behandelde teksten manifeste fouten of onnauwkeurigheden staan, werden ze gecorrigeerd vooraleer in de termenbank opgenomen te worden. De positie van het Engels in het financieel-economische domein is dominant, wat ook leidt tot frequente Engelse leenwoorden o.a. in het Nederlands. Verder komen sommige termen op het vlak van financiën, boekhouding of recht normaal niet voor in woordenboeken maar zijn ze opgenomen in deze termenbank omdat ze bevestigd zijn door gebruik in kringen van specialisten. Naast termen, verbindingen en uitdrukkingen, biedt deze databank nog ca. tweeduizend afkortingen die gebruikelijk zijn in financiële communicatie. Financiële analisten maken doorgaans gebruik van afkortingen in een mate die teksten voor de gemiddelde lezer onbegrijpelijk kan maken. Deze termenbank onder auteursrecht kunt u hier raadplegen. De termenverzameling is op verschillende manieren toegankelijk. Aan de linkerzijde kunt u een taal kiezen en door de lemmalijst scrollen om te zien welke termen (lemmata) in die taal beschikbaar zijn. Klik op een lemma om het te bekijken. In het zoekvak kunt u ook rechtstreeks een term of een deel ervan in een van de talen intikken. Ook het gebruik van jokers wordt ondersteund.
Een andere mogelijkheid is het bladeren door de woordenlijst. Daarin staan alle termen per letter gesorteerd. Zo ontstaat een goed overzicht van alle woorden op deze website. Voor verdere specificaties verwijzen we graag naar de help-pagina. |
|
Berichten van NL-Term TiNT 2024 NL-Term organiseert ook dit jaar weer een TiNT-dag (TiNT = Terminologie in het Nederlandse Taalgebied), maar ditmaal niet voor 1 dag, maar voor 2 dagen. TiNT 2024 vindt plaats in Breda op donderdag 7 en vrijdag 8 november. Het overkoepelende thema van beide dagen is de positie van het Nederlands in het hoger onderwijs en in de wetenschapsbeoefening en de impact die de verengelsing heeft op het vlak van terminologie en hoe professionele taalgebruikers met die uitdaging omgaan. Op 7 november bespreken beleidsmakers hoe zij aankijken tegen taalbeleid in het hoger onderwijs en de mogelijke gevolgen van gemaakte keuzes. Op 8 november staat de impact op terminologie centraal en komen de taalwerkers (zoals vertalers en tekstschrijvers) aan het woord. Het evenement wordt hybride georganiseerd, in Breda en online. Vanaf 2 september start de inschrijving. Deze ontvangen we graag uiterlijk 27 oktober 2024 voor deelname ter plaatse en uiterlijk 3 november 2024 voor online deelname. Voor meer informatie over de opzet zie https://nlterm.eu/tint2024/. Reserveer beide dagen alvast in uw agenda! We bieden ook in deze nieuwsbrief graag al inzage in het voorlopige programma: |
|
e-publicatie TiNT-dag 2022 beschikbaar De schriftelijke neerslag van de succesvolle TiNT-dag over juridische terminologie die in 2022 werd georganiseerd aan de Vrije Universiteit Amsterdam, is gratis downloadbaar op de site van NL-Term.
De bundel bevat volgende bijdragen: - Koen Wolfs, Vertalen voor het Hof van Justitie van de Europese Unie: een terminologische uitdaging
- Coos ’t Hoen, Juridische terminologie in verdragen
- Christine De Brauwer, Van Arbitragehof naar Grondwettelijk Hof in België
- Anouschka Ausems, Hennie Bouwmeester, Oele Koornwinder, Van wettekst naar modelbrief: terminologie bij de Belastingdienst
- Norbert Corver, Taalbewust juridisch beschouwen
- Frank Judo & Daan Willems, Noord-Zuidverschillen in de juridische terminologie: zin en onzin
- Simon Stevinpenning voor Frieda Steurs.
|
|
Agenda Hieronder vindt u een korte aankondiging van evenementen. Meer informatie vindt u op de website van het Instituut voor de Nederlandse Taal. - 25 - 26 september 2024, Innsbruck (Oostenrijk): Terminology beyond Terms
- 27 september 2024, Karlsruhe (Duitsland): DTT-Grundlagenseminar
- 24 - 25 oktober 2024, San Millán de la Cogolla (Spanje): Terminology and land enhancement: between tradition and innovation
- 30 - 31 oktober 2024, Parijs (Frankrijk): LTT 2024
- 7 - 8 november 2024, Breda (Nederland): TiNT 2024
|
|
|
|