STOELENDANS: De grote verschuivingen binnen de samenstelling van de volksvertegenwoordiging vragen om een nieuwe indeling van de plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer. Deze week speelt een klein gevecht daarover op het Binnenhof, zag NRC-redacteur Philip de Witt Wijnen achter de schermen. Hoewel de griffie van de Tweede Kamer heel creatief alle fracties aan een gangpad plaatste (in 2017 klaagde Denk vergeefs dat geen van haar Kamerleden aan het gangpad zat), stuitte het eerste voorstel op bezwaren. SGP blijkt ongelukkig te zijn afgesneden van de ‘confessionele vrienden’ CDA en ChristenUnie. Nieuwkomer Volt is ontevreden met de plek naast SP, in het vak uiterst op links. Samen delen: Voor een Kamerzetel zijn iets minder dan zeventigduizend stemmen nodig. Dat betekent dat er altijd stemmen over blijven. Daarbij horen ook zetels, de zogenoemde restzetels. VVD en D66 komen ook bij de verdeling van die zetels als winnaar uit de bus.Van de elf overgebleven zetels, gaat er geen een naar de kleinste partijen. En dat is onrechtvaardig, stelt een politicoloog van de universiteit Leiden. Volgens hem moet de uitkomst van de zetelverdeling zo evenredig mogelijk zijn. Voorkeur voor vrouwen: Linkse partijen mogen dan wel de verkiezingen hebben verloren, tocht valt er iets te vieren. Als morgen de definitieve uitslag van de verkiezingen bekend wordt gemaakt, zal blijken dat bijna de helft van de zetels voor linkse of middenpartijen op naam staat van een vrouw. Bovendien komen drie vrouwen die niet hoog genoeg op de lijst stonden, om op basis van de verkiezingsuitslag te worden verkozen, toch de Tweede Kamer binnen. Kauthar Bouchallikht (GroenLinks, plaats 9), Lisa Westerveld (GroenLinks, plaats 10) en Marieke Koekkoek (Volt, plaats 4) haalden genoeg voorkeurstemmen. Een belangrijke verklaring daarvoor is dat linkse stemmers progressiever stemmen en meer diversiteit belangrijk vinden. Vooral de achterban van GroenLinks is sneller geneigd om op lager geplaatste vrouwen te stemmen. Ouderwets: Volgende week treedt de nieuwe Kamer aan. Kamerleden zullen dan niet meer „Wordt deze motie in voldoende mate ondersteund?” uit de mond van de voorzitter horen. Die formaliteit wordt namelijk uit het nieuwe Reglement van Orde geschrapt, onthulde Khadija Arib. De wat plechtmatige vraag werd sinds 1966 gesteld wanneer een Kamerlid een motie wilde indienen. Maar Kamerleden hebben het recht om dat te doen, dus de vraag is overbodig, zo luidt de redenering. |