| RECLAME | IP | FOOD LAW |
|
| HOOGENRAAD & HAAK DECEMBER 2022 Hier zijn we weer met ons NIEUWS! We schrijven over wat ons dit kwartaal opviel in onze aandachtsgebieden reclame, intellectuele eigendom en food law. Bel of mail ons gerust als er vragen opkomen. Fijne dag! Hartelijke groet, Maarten Haak | |
|
|
|
|
|
|
| Luna werkte al enige tijd als juridisch adviseur bij Hoogenraad & Haak. Na een welverdiende lange vakantie in Colombia keert ze terug in een andere functie. In januari wordt zij beëdigd als advocaat. Luna zal zich focussen op alle rechtsgebieden van ons kantoor: reclamerecht, intellectuele eigendom en food law. Go Luna! | |
|
|
|
|
| Amp. Amsterdam // The Sonic Branding Company maakt een interessante podcast over muziek in reclame, toepasselijk getiteld “Reclamemuziek”. In een serie korte afleveringen neemt presentator Amber Roner je mee in de wereld van de reclamemuziek. Amber gaat in gesprek met artiesten, producers, music supervisors, publishers, reclamemakers, en……advocaten! Daniël Haije (Hoogenraad & Haak) en Syb Terpstra (bureau Brandeis) werkten mee aan een aflevering over de juridische aspecten van reclamemuziek. | |
|
|
|
|
| Wist je dat je van ananasbladeren een imitatieleer genaamd Piñatex kunt maken? Dit kun je dan gebruiken voor schoenen, tassen, jassen, etc. Natuurlijk wil je iedereen dan vertellen dat jouw kleding uniek is, omdat die van ananas gemaakt is. Maar mag dat wel als iemand het merk “Pineapple” voor kleding heeft geregistreerd? Pleeg je dan geen merkinbreuk? Een vergelijkbare situatie deed zich voor in de hardloopwereld. Het woord “Nitro” wordt beschermd als merk voor schoenen. Brooks komt met een met stikstof geïnjecteerde hardloopschoen op de markt. Die heet niet “Nitro”, maar Brooks vertelt wel dat de schoen “Nitro-Infused” is. Voor Puma, die gebruik maakt van het geregistreerde Nitro-merk en zelf een hardloopschoen onder die naam op de markt brengt gaat dat te ver. Zij meent dat Brooks inbreuk maakt op het Nitro-merk en stapt naar de rechter. Brooks vindt juist dat zij “Nitro” beschrijvend en niet als merk gebruikt en zij meent bovendien dat Puma, die de naam ook voor stikstof geïnjecteerde hardloopschoenen gebruikt, dat ook doet. De rechtbank Den Haag is het niet met Puma eens. Brooks gebruikt ‘nitro’ alleen om te vertellen over de stikstof-infusie van haar schoen, het wordt niet als merk gebruikt. De rechtbank zet ook nog vraagtekens bij de geldigheid van het Nitro-merk. Een beschrijvende aanduiding moet voor iedereen vrij blijven en aangezien ‘nitro’ een belangrijk kenmerk van stikstof-geïnfuseerde schoenen beschrijft, kan het goed zijn dat het Nitro-merk uit het register geschrapt moet worden. Dat moet dan wel in een aparte procedure gebeuren. Verkopers van Piñatex-kleding hoeven zich dus geen zorgen te maken. Ook als er een Pineapple-merk voor kleding zou zijn, kunnen zij in beschrijvende termen blijven vertellen over deze unieke stof. Mathijs Peijnenburg | |
|
|
|
|
| Even ter herinnering: de voedingsclaim ‘zonder toegevoegde suiker’ houdt in dat het voedingsmiddel géén extra suiker in het recept bevat, zonder mono- of disachariden dus. Dat staat in de Claims Verordening 1924/2006. Maar wat dan ook niet mag, is het toevoegen van bijvoorbeeld dadels of maltsiroop om het product zoeter te maken. Waarom? Dat zou de consument die afgaat op ‘geen toegevoegde suiker’ op het verkeerde been zetten. Nestlé kreeg een klacht bij de Reclame Code Commissie aan haar broek; op de Nestlé baby cereals biscuit, een soort babypap, prijkt op de verpakking de tekst ‘zonder toegevoegde suikers’, en ook keurig de vermelding ‘bevat alleen van nature aanwezige suikers’. Beide op de voorzijde, en klip en klaar leesbaar. Klager maakt bezwaar. Want het biscuitsmeel en de melkpoeder bevatten allemaal suikers. De Voorzitter maakt hier korte metten mee. Nestlé kan aantonen dat geen suiker is toegevoegd, ook niet indirect via het biscuitmeel: dat meel is niet vanwege de zoetkracht toegevoegd, maar voor textuur. Bovendien wordt de pap vóór gebruik met water aangelengd en dan bevat de babypap nog maar 6 suiker per 100 gram (en niet de 26 gram die klager noemt). De Voorzitter eindigt met een opvallende opmerking: 6,5 gram suiker per 100 gram is voor sommigen een aanzienlijke hoeveelheid. Maar volgens de Voorzitter is dat niet een zó hoog suikergehalte dat de voedingsclaim misleidend zou zijn. Groen licht dus voor de babypap van Nestlé. Het blijft de vraag of er dan een ‘suikergetal’ zou zijn waarbij de claim ‘zonder toegevoegde suiker’ niet gevoerd mag worden. Dat lijkt mij twijfelachtig, de juridische toets is immers abstracter: of aannemelijk is dat het suikerhoudende ingrediënt niet is ‘toegevoegd vanwege de zoetkracht’ en het vervangende ingrediënt het suikergehalte niet aanzienlijk verhoogt. Ebba Hoogenraad | |
|
|
|
|
| Dynamic pricing, schaarsteaanduidingen, nudging, sociaal bewijs en dark patterns. Er zijn eindeloos veel tactieken om online aankoopbeslissingen te beïnvloeden. Waar ligt de grens tussen toelaatbare beïnvloeding en een oneerlijke handelspraktijk? In de Leidraad bescherming van de online consument, gepubliceerd in 2020, maakte toezichthouder ACM duidelijk hoe het de consumentenregels toepast op online beïnvloedingstechnieken. De belangrijkste richtlijnen op een rijtje: - prijzen inclusief bijkomende kosten moeten gedurende het gehele bestelproces duidelijk zijn; - handelaren moeten transparant zijn over personalisatie van prijs en aanbod; - schaarste-aanduidingen moeten kloppen; - standaardopties mogen niet ten nadele van de consument worden ingesteld; - de handelaar moet transparant zijn over de volgorde van zoekresultaten; - online reviews en likes moeten echt zijn en mogen niet gemanipuleerd worden; - bij online games moeten de kosten en kansen van het winnen van loot boxes duidelijk zijn. Op 31 oktober 2022 publiceerde de ACM een vernieuwde versie van de Leidraad. Aanleiding voor deze update waren onder andere ontwikkelingen in wet- en regelgeving binnen Europa, zoals de Implementatiewet richtlijn modernisering consumentenbescherming. Hierin staan regels over rangschikking van zoekresultaten en gepersonaliseerde prijzen. Vanaf 17 februari 2024 gelden de nieuwe regels van de Europese Digital Services Act in Nederland, waarmee extra verplichtingen gaan gelden voor online platforms, waaronder ook online marktplaatsen. In de vernieuwde Leidraad worden deze nieuwe regels al benoemd. Nieuw in de Leidraad zijn de onderwerpen reclame, influencers en het stimuleren van (meer) gebruik van online diensten (denk daarbij bijvoorbeeld aan 'infinite scrolling').
Zeer lezenswaardig voor iedereen die zich bezighoudt met e-commerce! Daniël Haije | |
|
|
|
|
| Mag je een hervulbare SODASTREAM koolzuur-gasfles opnieuw vullen en er een eigen etiket op plakken, terwijl op de fles ook het gegraveerde merk SODASTREAM blijft staan? Ja, zo besliste het Hof van Justitie op 27 oktober 2022 in de Finse zaak SodaStream/MySoda. Bij de eerste verkoop van de gasfles is het merkrecht van SodaStream uitgeput. De koper kan vrijelijk over die gasfles te beschikken. Hij kan de fles ook inwisselen of laten afvullen bij een andere onderneming. De merkhouder kan niet tegenhouden dat MySoda lege SODASTREAM flessen verzamelt, afvult en weer doorverkoopt, voorzien van een nieuw etiket. Voorwaarde is wel dat dit zo duidelijk is, dat consumenten niet kunnen denken dat de wederverkoper (MySoda) economisch met de merkhouder (SodaStream) verbonden is. Los daarvan: als het onveilig zou zijn om die flessen opnieuw te vullen, heeft de merkhouder natuurlijk een gegronde reden om wél op te treden. Maar dat speelt hier niet. Hoe ziet zo’n nieuw etiket er in de praktijk uit? Er mag voor de gemiddelde consument geen suggestie van een economische band tussen de wederverkoper en de merkhouder. Alle omstandigheden wegen mee, allereerst: de opmaak van het nieuwe etiket (grootte van het label en de letters, plaatsing op de fles). Ook belangrijk: de plaats en de grootte van het in de fles gegraveerde merk. Uit deze combinatie moet de consument begrijpen dat de merkhouder geen controle (meer) heeft op de inhoud van de fles. Hierbij kan ook de praktijk in de betrokken sector een rol spelen: weet iedereen wel dat dit soort verpakkingen professioneel worden hergevuld? Dan kan wellicht met een wat kleinere disclaimer op het nieuwe etiket worden volstaan. Uit de zaak Viking wisten we al dat het afvullen en doorverkopen van herbruikbare verpakkingen geen merkinbreuk oplevert. Nu weten we dat ook voor flessen waarop het merk duurzaam is aangebracht en dat ook na hervullen zichtbaar blijft. De merkhouder die controle wil houden op het afvullen van producten, doet er goed aan om na te denken over een systeem van bruikleen waarin de eigendom van de verpakking bij de fabrikant blijft. Maarten Haak | |
|
|
|
|
| Koreaanse kimchi, Zuid-Afrikaanse braai, Marokkaanse tajine en ceviche uit Peru. Voor delicatessen uit de wereldkeuken hoef je geen verre reis meer te maken: supermarkten en menukaarten staan vol met deze lekkernijen. Recent behandelde de voorzitter van de Reclame Code Commissie een zaak over een Amerikaanse specialiteit: de gedroogde en gekruide vleessnack beef jerky. Volgens klager zou de tekst ‘100% lean beef’ op de voorzijde van de verpakking misleidend zijn, omdat het levensmiddel niet volledig uit vlees bestaat maar ook andere ingrediënten bevat. Maar nee, misleidend is het niet. De toets is zoals altijd: wat denkt de gemiddelde consument. Voor de misleidingsvraag moet worden gekeken naar de claim in de context van de gehele verpakking. De voorzitter laat in het midden of de Nederlandse consument weet wat jerky is. Hij kiest voor een andere aanpak en gaat uit van twee scenario’s. In beide gevallen concludeert hij dat de verpakking niet misleidend is. Scenario 1: als de consument bekend is met de gekruide vleessnack, dan zal hij begrijpen dat ‘100% lean beef’ bedoeld is om aan te geven dat enkel rundvlees is gebruikt. Scenario 2: als de consument geen idee heeft wat jerky betekent zal hij de achterzijde van de verpakking bekijken. Daar maakt hij uit de wettelijke benaming ‘Vleessnack specialiteit op basis van gesneden rundvlees, gemarineerd, gerookt en gedroogd – original smaak’ samen met de ingrediëntenlijst op dat beef jerky uit meerdere ingrediënten bestaat. Die consument begrijpt dan dat de claim ‘100% lean beef’ betrekking heeft op het ingrediënt rundvlees. Logische uitkomst, maar opmerkelijk dat de voorzitter uitgaat van twee kennisniveaus van de consument. Hij had kunnen volstaan met toetsing aan het tweede scenario. Als de verpakking kennelijk al duidelijk genoeg is voor de consument die niet weet wat jerky betekent, zal dit meer dan duidelijk zijn voor de consument die de delicatesse wél kent. Lisanne Steenbergen | |
|
|
|
|
| Vanaf 1 januari 2023 gelden nieuwe regels voor het communiceren van kortingen. Er bestaat veel onduidelijkheid en discussie rondom deze nieuwe regels. Ze kunnen onbedoelde gevolgen hebben voor het kortingsbeleid van retailers. Reden om de belangrijkste punten aan te stippen. De Moderniseringsrichtlijn voegt artikel 6 bis toe aan de Richtlijn Prijsaanduidingen. Bij een aankondiging van een prijsvermindering moet de laagste prijs die de afgelopen dertig dagen is toegepast, aangegeven worden. Zo wordt prijsmisleiding voorkomen: handelaren die eerst de prijzen verhogen en daarna een niet-bestaande ‘korting’ geven. De ACM stelde eerder al dat een ‘van/voor-prijs’ alleen is toegestaan als het product in de laatste drie maanden ook daadwerkelijk voor de gestelde ‘van-prijs’ is verkocht. Nu komen hierover dus wettelijke regels. In Nederland hoeft de laagste prijs van de afgelopen 30 dagen niet altijd te worden vermeld. Artikel 5a van het Besluit Prijsaanduidingen Producten noemt de volgende uitzonderingen: (i) Voor producten met een ‘te gebruiken tot’-datum mag de verkoopprijs worden aangegeven die direct voorafgaand aan de prijsvermindering is toegepast. (ii) Bij progressief verhoogde prijsverminderingen (d.w.z. kortingen die stapsgewijs oplopen) mag de verkoopprijs zonder prijsvermindering worden aangegeven. (iii) De verplichting geldt niet voor producten die minder dan 30 dagen op de markt zijn. Daarnaast geldt de verplichting niet bij loyaliteitsprogramma’s, reële gepersonaliseerde prijsverminderingen of gecombineerde/gekoppelde voorwaardelijke aanbiedingen. Maar het is onduidelijk wat hier nu wel of niet onder valt. Ook rijst de vraag hoe ‘van/voor’-aanbiedingen gepresenteerd moeten worden. Moet de van-prijs altijd de 30-dagen-prijs zijn of mogen (ook) andere referentieprijzen worden gebruikt? Prijsacties kunnen onbedoeld worden ingeperkt door de nieuwe regels. Hopelijk komt meer duidelijkheid voordat de nieuwe regels (zonder overgangstermijn!) ingaan op 1 januari 2023. Retailers doen er in ieder geval goed aan om dit jaar nog hun prijsbeleid goed onder de loep te nemen om na te gaan of deze voldoet aan de nieuwe regels. Uiteraard denken wij graag mee – we hebben zelfs een leuke en informatieve workshop in de aanbieding! Neem voor meer info gerust contact op met Lisa Peek. | |
|
|
|
|
| CoolBest zette bij haar vernieuwde verpakkingen in op duurzaamheid, met de claims ‘Now in a plant based pack’ en ‘Our packs are 100% linked to plant-based materials and 100% reusable’. Mag CoolBest deze milieuclaims maken? De Reclame Code Commissie (RCC) oordeelt van niet. De absolute claim ‘Now in a plant based pack’ wekt volgens de RCC de indruk dat de volledige verpakking plantaardig is. In werkelijkheid is hier ook aluminium in verwerkt. Daarnaast kan CoolBest van het gedeelte dat bestaat uit plastic niet garanderen dat dit volledig afkomstig is van tall olie (plantaardige hars van naaldbomen). In het productieproces wordt tall olie namelijk gemixt met fossiele grondstoffen. Naast aluminium bevat elke verpakking dus ook een onbekend deel fossiele grondstoffen. Daarom verwerpt de RCC ook het voorstel van CoolBest om in plaats van ‘100%’, ‘95% linked to plant-based materials’ te claimen. Een inkoppertje, maar toch het vermelden waard: zorg vóór gebruik van een (milieu)claim altijd dat je voldoende bewijs hebt om de claim hard te maken. Juist bij een absolute claim ligt de bewijslast erg hoog: 100% = 100%. CoolBest zou onder andere een disclaimer voor de aanwezigheid van aluminium kunnen gebruiken; dit valt namelijk buiten de claim ‘plant based’. Een voorbeeld waar dit wel goed ging, is een uitspraak van de RCC over een fles Remia fritessaus. Remia maakt een duidelijk voorbehoud dat de claim ‘100% recyclebaar’ alleen ziet op de fles en dat het etiket van de fles moet worden verwijderd voor het recyclen. Hoewel de klacht gaat over de sinaasappelsap-variant van CoolBest, staat de absolute claim ‘Now in a plant based package’ op alle verpakkingen. Deze uitspraak heeft dus grote gevolgen. Gelukkig voor CoolBest mag zij de slogan ‘We keep it cool, you get the best!’ wél blijven gebruiken van de RCC. Myrna Teeuw | |
|
|
| Hoogenraad & Haak is een onafhankelijk boutique advocatenkantoor in Amsterdam, gespecialiseerd in het intellectuele-eigendomsrecht, reclamerecht en levensmiddelenrecht. Wij doen waar we van houden. Al onze partners zijn aanbevolen door zowel Chambers als Legal 500. Wij adviseren en procederen in complexe geschillen, vaak ook met een grensoverschrijdend aspect. We denken met bezieling mee, en leveren goed doordachte en strategische adviezen die in de praktijk ook uitvoerbaar zijn. En als het even kan, komen we in een vroeg stadium met een creatieve oplossing (hoe kan het wél?). Ben je benieuwd naar hoe we dat doen of naar onze mensen? | |
|
|
| Elk kwartaal sturen wij ons NIEUWS over ontwikkelingen binnen onze aandachtsgebieden. Het is geen advies. Als je vragen hebt over een specifiek onderwerp, bel of mail ons dan even. En stuur ons NIEUWS vooral door aan andere geïnteresseerden (inschrijven kan trouwens hier). Persoonsgegevens worden alleen gebruikt voor verzending van ons NIEUWS. Er is ook een Engelse versie. Eindredactie: Maarten Haak
Hoogenraad & Haak Cruquiusweg 109-B 1019 AG Amsterdam e info@hoogenhaak.nl t 020 – 305 3060 www.hoogenhaak.nl kvk 34314579 | |
|