Lieve lezer,
Sinds kort worden er allerlei kinderen aan mij gepresenteerd. Er lopen neefjes en nichtjes rond, vrienden krijgen kinderen en ook in mijn straat struikel ik bijna over mijn kleinste buren.
Jarenlang dacht ik dat ik het niet in mij had om met kinderen om te gaan. De onsamenhangende monologen, de oncontroleerbare woedeaanvallen en het gezeur. Maar soms weten ze me te verassen. Ze leven in een wereld waar logica op een eigen manier functioneert.
Door mijn ontmoetingen met kinderen komen ook de herinneringen aan mijn eigen ‘kinderdenkpatronen’ weer bovendrijven. Zo heb ik lange tijd gedacht dat gezichtscrème voor mannen een ingrediënt bezat waardoor mannen baardgroei kregen, want waarom zou je anders een speciale crème voor mannen maken?
Op de vraag ‘wat wil je later worden’ antwoordde ik tot mijn zesde ‘tijger’ want ik had in Disney-films gezien dat die gewoon konden praten, dus waarom zou ik niet als pratende tijger door het leven gaan? Ook lag ik vele nachten wakker, starend naar de klok. Mijn vader had gezegd dat de tijd sneller ging als je sliep en dat wilde ik wel eens zien.
Kinderdenkpatronen worden niet gehinderd door feiten, verwachtingen en schaamte. Het zijn manieren van denken die we kwijtraken naarmate we meer over de wereld leren. Maar soms, wanneer ik op een borrel sta te luisteren naar het zoveelste verhaal over hypotheekrenteaftrek of bedrijfsfusies, denk ik wel eens ‘was ik toch maar tijger geworden.’
Liefs,
Vivian Mac Gillavry Redacteur |