Beste ChristenUnie-vrienden,
‘Geen mens is een eiland, geheel op zichzelf’, sprak een Britse priester en dichter eens in zijn nog poëtischer klinkende Engelse moedertaal.
Het zijn woorden die de afgelopen weken boven kwamen bij een paar indringende politieke discussies met onze liberale coalitiegenoten van D66 en de VVD. Is de mens een eiland of leven we in verbondenheid?
Mijn diepe overtuiging is dat we als buren, landgenoten, als familieleden en collega’s, maar bovenal als mensen door God aan elkaar gegeven zijn. We leven om de naaste lief te hebben, om elkaar tot zegen te zijn door werkelijk aandacht te hebben voor de ander.
Dat bepaalt ook hoe we omgaan met vragen rond de waarde van het leven, met kwetsbaarheid en verslaving of met de economie. Wanneer dat besef doorbreekt, is dat werkelijk een keerpunt.
Drie actuele voorbeelden:
Eind januari kwam het onderzoek uit naar gezonde ouderen met een doodswens, naar aanleiding van de discussie over ‘voltooid leven’. D66 en eerder al het kabinet van VVD en PvdA pleitten voor een wet, waarin de overheid zelfdoding zou faciliteren voor mensen die hun leven als voltooid ervaren.
Door onze onderhandelingen over het Regeerakkoord is dat wetsvoorstel er niet gekomen. In plaats daarvan spraken we twee dingen af. Ten eerste dat er onderzoek zou komen naar de achtergrond van de verdrietige wens om een einde aan het leven te maken, zonder dat men lijdt aan ziekte. Ten tweede dat er werk wordt gemaakt van ons manifest ‘Waardig Ouder Worden’, omdat wat ons betreft al het leven van waarde is en omdat we daarom moeten omzien naar ouderen en alles doen om hen zorg, aandacht en tijd te geven.
Nu het onderzoek er is, blijkt dat veel van de vragen van ouderen daarmee te maken hebben. Sterker: bij iedere 70+’er spelen zorgen over geld, piekeren, eenzaamheid of ziekte een rol bij hun doodswens. Die doodswens wisselt soms met de seizoenen en gaat in veruit de meeste gevallen gepaard met ook een lévenswens, die vaak zelfs sterker is dan de doodswens.
Mensen zijn geen eilanden, maar hebben behoefte aan gemeenschap waarin ze op kunnen bloeien. Het is daarom onze gezamenlijke opdracht om te zorgen voor nabijheid, voor aandacht en goede zorg voor onze ouderen. Dat is geen eenvoudige opdracht en het vraagt iets van ons allemaal. We staan als land nog maar aan het begin van de opdracht om werkelijk rondom ouderen te staan. Maar voor mij is het kraakhelder dat we het niet mogen opgeven omdat het ingewikkeld is. Dan laten we elkaar veel te makkelijk los.
Ik zag het ook bij het thema drugs. D66 kwam in januari met een manifest om drugs te legaliseren. De voorzitter van de jongerenclub van D66 zei zelfs dat iedere jongere ‘zonder schuldgevoel’ veilig drugs moet kunnen gebruiken - ook al weten we hoeveel drugs kapot maakt.
In zo’n voorstel wordt de geslaagde, gezonde yup die alles op orde heeft als uitgangspunt genomen. Maar wat zeggen we dan tegen die 130.000 drugsverslaafden in ons land? Tegen de nabestaanden van mensen die dood zijn gegaan aan drugsgebruik? Iedere werkdag sterft iemand aan het gebruik van drugs. Willen we omzien naar de naaste die helemaal niet geholpen is bij een verhaal van vrijheid, blijheid?
Wat ons betreft stoppen we als samenleving juist met het normaliseren van drugs, ontmoedigen we het waar kan, bieden we hulp bij verslaving, bestrijden we drugscriminelen en beperken we de beschikbaarheid van drugs die nu al alomtegenwoordig zijn. Laten we die omslag maken, want we zijn verantwoordelijk voor elkaar.
En tot slot de economie. Steeds scherper zien we de keiharde gevolgen van onze prestatiemaatschappij. Gezinnen die de drukte niet aankunnen, studenten die naar medicijnen grijpen om rust te vinden, mensen met minder tijd voor vrijwilligerswerk en mantelzorg. In het constante streven naar maximale groei slopen we onszelf, elkaar en de Schepping.
Het doorgeslagen individualisme, het streven naar meer, meer en meer en het gebrek aan tijd voor elkaar, verzwakt onze samenleving. In de Tweede Kamer voelen we regelmatig het verschil in idealen met bijvoorbeeld de VVD.
Maar we voelen ook allemaal aan dat we middenin een omslag zitten. Het besef dringt door dat we anders met elkaar moeten samenleven. Dat het niet gaat om de markt, niet om het individu en om het 'ieder voor zich', maar om elkaar. Bij de discussie over het levenseinde signaleerde diverse media dat het rapport over ouderen een ‘keerpunt’ is. Dat de werkelijke vraag is hoe we omzien naar elkaar.
Mijn hoop is dat we op dit belangrijke thema en op vele andere vragen waar we als land mee worstelen het aandurven om te kiezen voor wat echt van waarde is.
De ChristenUnie wil werken aan een samenleving die niet ten dienste staat van de economie, maar een economie die dienstbaar is aan de samenleving. Een land waarin vrijheid niet betekent dat we je overlaten aan je lot, maar waarin we ruimte geven om eigen keuzes te maken voor werken en zorgen. Een land waarin we omzien naar elkaar.
Omdat geen mens een eiland op zichzelf is.
Het zijn onderwerpen die ook terugkwamen bij de drukbezochte eerste regionale ‘In Gesprek’-avond in Hardenberg afgelopen maandag. Het was geweldig om daar van ruim 150 mensen ideeën mee te krijgen voor ons verkiezingsprogramma. Om van hen te horen wat de ChristenUnie op moet pakken. Hoe we samen tot zegen kunnen zijn voor elkaar en ons land.
Dit soort avonden hebben we de komende tijd nog veel meer, kriskras door het hele land. Zodat ook u de kans krijgt er aan te schuiven. Ik kijk er naar uit, te beginnen naar de avond in Veenendaal, begin maart.
Hopelijk spreek ik velen van u!
Een hartelijke groet in verbondenheid,
Gert-Jan Segers
Fractievoorzitter ChristenUnie Tweede Kamerfractie