In de New York Times publiceert columnist Ross Douthat een zeer uitdagend essay met betrekking tot de huidige toestand van de westerse maatschappij. Douthat schrijft dat de 21ste eeuw niet moet worden gezien als een tijdperk van radicale veranderingen en innovatie, maar als een van politieke patstellingen en stagnering. ‘Wat als het gevoel van acceleratie niets meer is dan een illusie? Een tijdperk waarin herhaling, niet innovatie de norm is, waarin patstellingen eerder dan revoluties de politiek kenmerken? Waarin verlamming onze openbare instellingen en privédiensten kenmerkt? Waarin nieuwe ontwikkelingen voortdurend teleurstellen?’
‘De waarheid is dat we comfortabel en ongelukkig ouder worden afgesloten van het verleden en niet langer optimistisch over de toekomst, starend naar onze beeldschermpjes. Onze beschaving is de decadentie binnengetreden.’ Onder decadentie verstaat Douthat ‘economische stagnering, institutioneel verval en culturele en intellectuele uitputting bij een hoog niveau van materiële welvaart en technologische ontwikkelingen.’ ‘Vooruitgang is steeds meer monodimensioneel - alles is technologie, niets meer. […] Neem eender welke grote doorbraak uit het industriële tijdperk - vliegtuigen, treinen, auto’s, antibiotica - alle hebben nog steeds een grotere impact op ons dagelijks bestaan dan alle contributies van de technologische revolutie gecombineerd.’ Over de waanzin van de online massa’s en de terugkeer van politiek extremisme en samenzweringstheorieën: ‘Het internet moedigt mensen aan om extremisme te veinzen en de jaren 1930 en 1968 te doen herleven op sociale media. Het moedigt aan om politiek radicaal te beoefenen als ware het een sport of een hobby, maar enkel zolang het geen risico vormt voor hun comfortabele, moderne leventjes.’ Meer in de New York Times |