Lieve lezer, ‘In de oorlog schrijf je geen romans’, zei Mulisch in de jaren zestig. Hij schreef in die periode wel, maar zijn engagement met de Vietnamoorlog en het communisme in Cuba vond vooral zijn weg naar pamfletten, non-fictie dus. De klimaatcrisis is geen oorlog, en als ze dat wel was, waren jij en ik de baddies. Als alle mensen op aarde als Nederlanders zouden leven, zouden we niet één, twee of drie, maar vier aardbollen nodig hebben. Daarom denk ik de laatste tijd, als ik me probeer te zetten aan het schrijven van mijn lang uitgestelde debuutroman, vaak aan Mulisch’ woorden: moet je romans schrijven tijdens een klimaatcrisis? Voorlopig zit de wereld niet om mijn debuut verlegen: in 2022 werden in ons taalgebied 43,2 miljoen boeken verkocht. Er werden trouwens ook 10 miljoen boeken verpulpt. Allemaal papier, allemaal bomen. E-boeken zijn ook de toekomst niet, want zeg nou zelf, e-boeken. Ik ben lang niet de eerste die zich de vraag stelt of een nieuwe ethiek in de kunstwereld nodig is. Vooral klimaatartivisten (met een r dus), die hun kunst inzetten om hun publiek te doordringen van de ernst van de crisis, worstelen met de afweging of hun kunst geen onevenredig zwaar beroep doet op bepaalde grondstoffen. Afgelopen zomer deed de Raad voor Cultuur een oproep aan de culturele sector om minder werk te maken om de eigen duurzaamheidsambities waar te maken. Die oproep hoor ik ook. Toch kan ik het – het zit in mijn aard als schrijver – niet laten om in de pen te klimmen, júíst tijdens een klimaatcrisis. Ik schreef een opiniestuk voor Hard//hoofd – over de onzinnige vraag of fossiele subsidies ‘wel echt subsidies zijn’ – en een optimistische column voor OneWorld – over het sociale omslagpunt dat ik steeds dichterbij zie komen – en toen zelfs dat mijn schrijfdrang niet bedwong, kroop ik in deze nieuwsbrief. Maar het is niet genoeg. Ik kan schrijven wat ik wil – het heeft geen effect. Terwijl wetenschappers en activisten aan de deur rammelden, terwijl klimaatdichters hun metrums oppoetsten, bleven regeringen wereldwijd elke seconde 200.000 dollar uitgeeft aan het onleefbaar maken van de aarde. Politici lezen geen romans, ben ik gaan vrezen, alleen kwartaalcijfers. En waar mijn pen is uitgesproken, neemt mijn lichaam het woord. Als deze brief in je inbox belandt, zit ik met mijn billen op een verzengend hete A12 in Den Haag, waar ik pas vertrek als onze regering stopt met het op onvoorstelbare schaal subsidiëren van de grootste catastrofe in de geschiedenis van de mensheid – of als ik door de sterke arm der wet wordt verwijderd. Moet je romans schrijven tijdens een klimaatcrisis? Ik weet het antwoord wel: ja. Schrijf ze, schrijf er veel en schrijf ze dik. Prop ze in je rugzak als extra ballast, ga ermee op de A12 zitten. Laat de arm der wet zich maar inspannen. Lieve groet, Marte Hoogenboom eindredacteur |